Informatie voor beheerders
1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat.
2. Klik op Importeren.
3. Geef het CA-certificaat op dat u wilt importeren.
4. Klik op OK.
Wanneer het importeren is voltooid, keert u terug naar het scherm CA-certificaat. Het geïmporteerde CA-
certificaat wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
&
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 253
Een CA-certi caat verwijderen
U kunt een geïmporteerd CA-certificaat verwijderen.
1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat.
2. Klik op Wissen naast het CA-certificaat dat u wilt verwijderen.
3. Bevestig dat u het certificaat in het weergegeven bericht wilt verwijderen.
4. Klik op Netwerk opnieuw opstarten en controleer of het verwijderde CA-certificaat niet in het bijgewerkte
scherm wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
&
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 253
SSL/TLS-communicatie met de printer
Wanneer het servercertificaat is ingesteld op gebruik van SSL/TLS-communicatie (Secure Sockets Layer/Transport
Layer Security) met de printer, kunt u het communicatiepad tussen computers versleutelen. Hiermee voorkomt u
externe en ongeautoriseerde toegang.
Basale SSL/TLS-instellingen configureren
Als de printer HTTPS-servers ondersteunt, kunt u de communicatie versleutelen met SSL/TLS. U kunt de printer
met Web Config in een beveiligde omgeving configureren en beheren.
Configureer de sterkte van de versleuteling en de omleidingsfunctie.
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Basis.
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
369
>
SSL/TLS-communicatie met de printer