2.2
Model C
2.2.1 Algemeen
Dit model moet worden bediend met het bedienings-
paneel op de voorkant van de frequentieregelaar. Op
de frequentieregelaar bevinden zich vier besturings-
toetsen en een statusdisplay met drie LED-lampjes.
Model C kan worden gebruikt in combinatie met het
draagbare bedieningspaneel (optie HCP). Sommige
functies zijn reeds ingesteld maar kunnen ook nog
worden gewijzigd met het aangesloten draagbare
bedieningspaneel, zie afbeelding 6 en 7.
Fig. 6
Model C
Fig. 7
Model C met optie HCP
In tabel 3 ziet u de vergrendelde functies in het menu
Setup (zie hoofdstuk 9., pag. 75). De instellingen van
deze functies kunnen niet worden gewijzigd, ook niet
wanneer het optionele draagbare bedieningspaneel is
aangesloten.
14
AANSLUITEN EN BEDIENEN VAN MODEL N EN MODEL C
Tabel 3 Vergrendelde functies
MENU
Functies
212
Ref Besturing
213
Run/Stop Signaal
421
DigIn 1
422
DigIn 2
423
DigIn 3
424
DigIn 4
425
DigIn 5
2.2.2 LED-statusdisplay en besturingstoetsen
Op de voorzijde van de frequentieregelaar bevinden
zich een statusdisplay met drie lampjes en vier bestu-
ringstoetsen, zie afbeelding 8.
POWER
RUN
TRIP
Fig. 8
LED-statusdisplay met besturingstoetsen
Tabel 4 LED indicatie
LED
AAN
POWER
Voeding
(groen)
aan
Regelaar
TRIP
uitgescha-
(rood)
keld (trip)
RUN
Motoras
(groen)
draait
START toets
Druk hierop om de motor te starten.
STOP toets
Druk hierop om de motor te stoppen.
+ toets
Druk hierop om de snelheid te verhogen.
- toets
Druk hierop om de snelheid te verlagen.
Instelling
Klemmen
Klemmen
Run
MotPot Hoog
UIT
MotPot Laag
Stop
Stop
Start
toets
toets
- toets
+ toets
Functie
KNIPPEREND
UIT
----------------
Voeding uit
Waarschu-
Geen trip
wing/Limiet
Motoras
Motor is
acc/dec
gestopt