Powerturn
9.2
Sluittijd en eindslagfunctie voor het spanningsloze gebruik
Klemgevaar wegens mogelijk te hoge deurversnelling.
Niet meer dan 10° eindslag aan de deur instellen.
X
De sluitsnelheid moet passend bij de uitvoering van de aandrijving, het type montage en deurgewicht via
de remkracht-parameter worden ingesteld.
à Voor de instelling van de parameter remkracht is een stroomaansluiting noodzakelijk.
à Zie voor de instelling van de parameter remkracht ook het bedradingsschema Powerturn.
Parameter remkracht instellen met
X
à DPS (Displayprogrammaschakelaar):
op 01 ... 14 instellen.
8 2
à ST220 (serviceterminal) :
"Bewegingsparameter", "Snelheden", "Remkracht" met knoppen c.q. op de gewenste remkracht (01 ... 14)
instellen en knop indrukken.
De parameter remkracht instellen bij de Powerturn F
Parameter remkracht (standaard waarde = 13).
De sluittijd instellen op 5 s.
X
Sluittijd meten:
in de spanningsloze toestand de deur tot 90° openen.
X
De deur loslaten en de tijd meten totdat de gesloten positie bereikt is.
X
Evt. de procedure herhalen tot de sluittijd passend is. Zie ook het bedradingsschema Powerturn.
X
De parameter remkracht instellen bij de Powerturn (zonder brandwerende vereisten)
De sluitsnelheid moet dusdanig ingesteld worden dat in de spanningsloze toestand aan de vereisten van het
laagspanningsbedrijf voldaan wordt.
Sluittijd van 90° tot 10° meten en afhankelijk van het deurgewicht en de vleugelbreedte instellen (zie ook
X
de tabel in hoofdstuk Laagspanningsbedrijf in het bedradingsschema Powerturn).
Eindslag instellen
Wanneer de aandrijving het schakelpunt van de eindslagschakelaar bereikt, dan wordt de remwerking door
de motor opgeheven.
Inbusschroef (2) losdraaien.
X
De deur valt te hard in het slot:
schuiver (1) in richting "–" schuiven.
X
De deur valt niet goed in het slot:
schuiver (1) in richting "+" verschuiven.
X
De remwerking wordt eerder onderbroken.
Inbusschroef (2) aandraaien.
X
In de weergegeven positie is de eindslag actief.
De eindslagpositie kan op de deur worden aangepast.
Het instellen van een minimale eindslag is absoluut noodzakelijk (veiligheidsfunctie).
Instellingen
43