Werken met de machine
10.1
Gebruik op het veld
10.2
Rijden op de wendakker
60
De compacte schijveneg wordt bij voorkeur in zweefstand van de
driepuntshydraulica van de tractor gebruikt. De walsen regelen de
dieptewerking.
Tijdens het gebruik op het veld is de bediening beperkt tot het oplich-
ten resp. inzetten van het apparaat op de wendakker.
Het apparaat moet aan de hefarmspillen en de topstang van de trac-
tor zodanig worden ingesteld, dat het frame tijdens de werkzaamhe-
den in lengte- en dwarsrichting evenwijdig met de grond zit!
Bij het draaien op de wendakker moeten de schijvenrijen worden
opgelicht, om dwarsbelastingen te voorkomen.
Het inzetten op de wendakker vindt pas plaats, als de richting van de
machine overeenkomt met de werkrichting.
Catros BAG0160.4 02.19