BINNENVERLICHTING
2
1
Binnenlicht
Met de schakelaar 2, kunt u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als één
van de portieren wordt geopend, Deze
dooft als de betreffende portieren goed
gesloten zijn en na enige tijd;
– het onmiddellijk uitgaan.
Leesspots
Druk op schakelaar 1 voor de bestuurder, 3
voor de voorpassagier.
3
4
Verlichting dashboardkastje 4
Het lampje 4 gaat branden bij het openen
van de klep.
5
Verlichting bagageruimte 5
Het lampje 5 gaat branden bij het openen
van de kofferbak.
Het ontgrendelen en het openen van de
portieren en de achterklep zorgen voor
het tijdelijk branden van de binnenlich-
ten.
3.15