Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbrengen Van Kogelkoppelingen - BMW 71 60 2 156 300 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

11. Wettelijke voorschriften volgens EG-richtlijn 94/20/EG
2. Bijzondere richtlijnen
2.1
Aanbrengen van koppelingskogels met houder (kogelkop met trekhaak)
2.1.1
Bij de montage van koppelingskogels met houder moeten bij een voertuigtype van klasse M1, klasse M2 beneden
3,5 ton en klasse N1 de vrije ruimte en de hoogtematen van afbeelding 1 en 2 worden aangehouden. Deze eis geldt
niet voor terreinvoertuigen zoals aangegeven in bijlage II van de richtlijn 92/53/EEG. Niet aangegeven details moe-
ten doelmatig worden gekozen.
De controle van de maten en hoeken moet met geschikte meetinstrumenten worden uitgevoerd.
2.1.2
Voor koppelingskogels met houder moet door de voertuigfabrikant een montagehandleiding worden geleverd,
waarin moet worden aangegeven of versterkingen van het bevestigingsbereik noodzakelijk zijn.
2.1.3
Het aan- en afkoppelen van de kogelkoppelingen moet ook mogelijk zijn als de lengteas van de kogelkoppeling
relatief t.o.v de hartlijn van de koppelingskogel met houder
a) horizontaal b = 60° naar rechts of links verdraaid is (zie afbeelding 2)
b) verticaal a = 10° naar boven of beneden gedraaid is (zie afbeelding 1)
c) axiaal 10° naar rechts of links verdraaid is.
2.1.4
De aangebrachte koppelingskogel mag de achterste kentekenplaat resp. de hiervoor bedoelde plaats niet
afdekken; in dat geval moet een zonder speciaal gereedschap afneembare kogel worden gebruikt.
2.2

Aanbrengen van kogelkoppelingen

2.2.1
Kogelkoppelingen van klasse B zijn toegestaan voor een totaal aanhangergewicht tot 3,5 ton. De kogelkoppelingen
moeten zodanig worden aangebracht, dat het koppelingspunt van de aanhangwagen bij een horizontaal staande
aanhangwagenopbouw en de toelaatbare asbelasting 430 mm ± 35 mm boven het horizontale aanraakvlak van de
wielen ligt (zie afbeelding 3). Als horizontale stand wordt bij caravans en aanhangwagens de stand beschouwd
waarbij de vloer resp. het laadvlak horizontaal ligt. Bij aanhangwagens zonder een dergelijk referentiepunt (b.v. boot-
trailers en dergelijke) moet door de fabrikant van de aanhangwagen een geschikte referentielijn voor de horizontale
stand worden aangegeven. De voorgeschreven hoogte geldt uitsluitend voor aanhangwagens die achter de onder
2.1.1 aangegeven voertuigen moeten worden gekoppeld.
2.2.2
Kogelkoppelingen moeten binnen de vrije ruimte van de koppelingskogel volgens afbeelding 1 en 2 veilig kunnen
worden bediend.
© BMW AG, München
01 29 2 156 814
3/2009
(Z/S)
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

71 60 6 778 935

Inhoudsopgave