Voorwoord
Extra vereisten voor rijwegen om ge-
schikt te zijn voor de "Assistent"-be-
drijfsmodus
GEVAAR
Ongevallenrisico door vuile rijwegen
Rijwegen moeten altijd schoon worden gehouden.
Vervuiling door vocht, olie, vet, stof, spanen etc. kan
storingen veroorzaken en de veiligheid in gevaar
brengen.
– Houd rijwegen altijd schoon.
– Gebruik voor rijwegen geen reinigings- of verzor-
gingsmiddelen waardoor het oppervlak glad
wordt.
GEVAAR
Ongevallenrisico door schuine randen en hellingen
aan of op de rijweg
In de
-modus controleert de machine
Assistent
de rijweg niet op hoogteverschillen, bijv. schuine
randen, treden, platforms, oprijplaten en hellingen.
De machine kan kantelen of omvallen.
– Blijf op een veilige afstand van hoogteverschillen
aan of op de rijweg wanneer de machine in de
-modus staat.
Assistent
– Gebruik altijd de modus
lastige rijwegen te rijden.
De rijwegen moeten voldoen aan de voor-
waarden conform EN 1525 A.9.
Rijwegen moeten vrij zijn van belemmeringen
zoals gaten, kuilen en schade aan het opper-
vlak van de rijweg.
De machine mag langere hellingen niet op- en
afrijden in de
Assistent
ne moet bij het rijden op dit soort wegen altijd
in de modus
Handmatig
om over
Handmatig
-modus. De machi-
staan.
50108046116 NL - 11/2021 - 04
1
Rijwegen
15