De iGo neo bedienen
Terwijl de machine rijdt, scant de veiligheidsla-
serscanner horizontaal het gebied aan de
voorzijde van de machine. De scanhoogte is
ongeveer 9 cm.
De veiligheidslaserscanner detecteert stil-
staande voorwerpen op de grond met de vol-
gende minimale afmetingen (
ding):
Diameter: ten minste 70 mm in scanhoogte
●
(aan de naar de veiligheidslaserscanner ge-
richte kant)
Hoogte: ten minste 200 mm
●
Als de veiligheidslaserscanner een obstakel
niet detecteert omdat deze vereiste afmetin-
gen niet van toepassing zijn, kan de machine
tegen het obstakel botsen.
Daarom moet u speciaal letten op de volgen-
de obstakels (
in de afbeelding):
Obstakels die te laag zijn om herkend te
●
worden door de veiligheidslaserscanner
Obstakels die niet tot beneden op de vloer
●
reiken
Mogelijke obstakels van deze aard zijn:
De last op een pallet die uitsteekt op de rij-
●
weg boven de scanhoogte van de veilig-
heidslaserscanner
Een staaf in een stelling die uitsteekt op de
●
rijweg boven de scanhoogte van de veilig-
heidslaserscanner
Handpallettrucks en hun dissels, of de vor-
●
ken van magazijntrucks of vorkheftrucks
Een kabel die dwars over de rijweg hangt
●
Ladders en mobiele hefbruggen die uitste-
●
ken op de rijweg
Een voorwerp dat te klein of te smal is om
●
herkend te worden door de veiligheidsla-
serscanner (bijv. een smalle stellingsteun of
de poot van een stoel)
Andere machines onder wiens chassis de
●
scanner kan "doorkijken".
Trolleys waarvan de wielen kunnen worden
●
gedetecteerd, maar niet de overhang.
Fietsen die niet betrouwbaar kunnen wor-
●
den gedetecteerd door smalle banden en
aanbouwdelen.
in de afbeel-
50108046116 NL - 11/2021 - 04
Aanrijdingsvermijding van iGo neo
4
77