OPMERKING
Het roteren van het voorbeeld heeft geen gevolgen voor de afgedrukte documenten.
4. Wanneer u klaar bent, drukt u op Sluiten.
Zo bekijkt u een samenvatting van de bestandsinformatie:
1. Druk in de bestandenlijst op het aanraakscherm op het gewenste bestand.
2. Druk op Bekijken.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op Sluiten.
Zo verwijdert u een bestand:
1. Druk in de bestandenlijst op het aanraakscherm op het bestand dat u wilt
verwijderen.
2. Druk twee keer op Verwijderen.
Zo wijzigt u een bestandsnaam:
1. Druk in de bestandenlijst op het aanraakscherm op het gewenste bestand.
2. Druk op Bestandsgegevens.
3. Druk op Bestandsnaam wijzigen.
4. Typ de nieuwe naam met het toetsenbord op het aanraakscherm.
5. Druk op Opslaan en vervolgens op Sluiten.
Zo kiest u opdrachtstroominstellingen:
1. Als er opdrachtstroomschema's zijn gemaakt, drukt u op Instell. opdr. stroom. Het
opdrachtstroomschema dat momenteel aan de map is gekoppeld wordt
weergegeven.
2. Druk om wijzigingen door te voeren in de opdrachtstroominstellingen op Koppeling
maken/wijzigen of Opdrachtstroomschema select.
OPMERKING
Als Verzenden uit map niet is ingeschakeld, neemt u contact op met de
systeembeheerder. Raadpleeg voor meer informatie de System Administrator Guide
(Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/support > voer Xerox
550/560/570 Printer in het veld "Zoek of maak hieronder een keuze" in > kies de
documentatie voor het printertype dat u gebruikt.
Opdrachtstroomschema's gebruiken
Met opdrachtstroomschema's kunt u voor een bestand dat is opgeslagen in een map
een aantal vastgelegde acties uitvoeren, zoals Als fax verzenden of Afdrukken.
Opdrachtstroomschema's worden gemaakt door de systeembeheerder en worden
opgeslagen op de printer, waar ze door de gebruiker kunnen worden gekoppeld aan een
opgeslagen bestand. Zie voor meer informatie de System Administrator Guide
(Handleiding voor de systeembeheerder).
Xerox
®
Color 550/560/570 Printer
Handleiding voor de gebruiker
Scannen
8-5