11. Kruis indien gewenst de selectievakjes Printer instellen als standaard en Testpagina
afdrukken aan.
12. Klik op Doorgaan en klik dan op Sluiten.
13. Klik op het menu Apple, open Systeemvoorkeuren en daarna Druk af + Fax.
14. Klik op het tabblad Druk af, selecteer de printer in de lijst en klik vervolgens op
Printer instellen.
15. Klik op Installeerbare opties en controleer of de opties die op de printer zijn
geïnstalleerd worden weergegeven.
16. Als u wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Wijzigingen toepassen, sluit u het
venster en sluit u Systeemvoorkeuren af.
De printer is nu gereed voor gebruik.
Printer toevoegen voor OS X versie 10,5
1. Open de map Programma's en dubbelklik dan op Systeemvoorkeuren.
2. Klik op Druk af + Fax..
3. Klik op de knop plus onder de lijst met geïnstalleerde printers.
4. Voer het IP-adres of de hostnaam van de printer in.
5. Voer een wachtrijnaam voor uw printer in of laat dit veld leeg als u de
standaardwachtrij wilt gebruiken.
6. Klik op de printer en klik vervolgens op Voeg toe.
OPMERKING
Als de printer niet door het netwerk is gevonden, controleert u of de printer is ingeschakeld
en de Ethernet-kabel goed is aangesloten.
Als u een aansluiting tot stand wilt brengen door het IP-adres van de printer op te geven:
1. Klik op het pictogram Systeemvoorkeuren vanuit de map Programma's in uw dock.
2. Klik op Druk af en Fax.
3. Klik op de knop plus onder de lijst met geïnstalleerde printers.
4. Klik op IP-printer.
5. Klik op IPP, Line Printer Daemon – LPD of HP Jet Direct – Socket.
6. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres.
7. Voer een naam in voor de printer.
8. Voer een locatie in voor de printer.
9. Klik op de gewenste driver in de keuzelijst Druk af via.
10. Klik op het printermodel en klik vervolgens op Voeg toe.
UNIX- en Linux-drivers
Ondersteunde drivers voor UNIX en Linux zijn beschikbaar op
www.xerox.com/office/550_560_570 DCPdrivers.
Xerox
®
Color 550/560/570 Printer
Handleiding voor de gebruiker
Installatie en configuratie
4-9