AUTO'S MET AUTOMA-
TISCHE VERSNELLINGSBAK
Als de auto gesleept moet worden
en er is geen storing in de automati-
sche versnellingsbak:
– zet de hendel in stand N;
– rijd niet harder dan 30 km/h;
– sleep niet langer dan 20 km.
Als de te slepen afstand langer is
dan 20 km of als de versnellingsbak
defect is, dan moet de auto met de
voorwielen van de grond worden
gesleept.
BIJ EEN ONGEVAL
– Het is belangrijk altijd rustig te
blijven.
– Als u niet direct bij het ongeval
betrokken bent, stopt u dan op een
afstand van ten minste een tiental
meters van het ongeluk.
– Stop bij ongevallen op de snelweg
zo mogelijk in de berm en laat de
vluchtstrook vrij.
– Zet de motor uit en schakel de
waarschuwingsknipperlichten in.
– Verlicht als het donker is met de
koplampen de plaats van het ongeval.
– Wees voorzichtig, voorkom het
risico van een aanrijding.
– Geef het ongeval aan door de
gevarendriehoek goed zichtbaar en
op de wettelijk voorgeschreven
afstand te plaatsen.
– Probeer bij geblokkeerde portie-
ren de auto niet te verlaten door de
gelaagde voorruit in te slaan. De zij-
ruiten en de achterruit kunnen mak-
kelijker worden ingeslagen.
– Waarschuw de hulpinstanties en
geef zo duidelijk mogelijke informa-
tie. Gebruik op de snelweg de daar-
voor bestemde praatpalen.
– Bij kettingbotsingen is het risico
om bij volgende botsingen betrokken
te raken, vooral bij weinig zicht,
groot. Verlaat onmiddellijk de auto
en zoek bescherming achter de vang-
rail.
– Neem bij de betrokken auto's de
contactsleutel uit.
– Als u brandstof of andere chemi-
sche producten ruikt, rook dan niet
en doof sigaretten.
– Gebruik voor het blussen van
branden, zelfs als deze klein zijn, de
brandblusser, een wollen deken,
zand of grond. Gebruik nooit water.
NOODGEVALLEN
149