9. Trek de klemschroeven voor de trekontlastingsbeugel zo aan dat de nodige klemwerking
10.Trek de klemschroeven na 24 uur aan.
6.4.4
Kabels installeren
● Installeer de kabels volgens IEC / EN 60364-5-52.
● Gebruik EMC- kabelschroefverbindingen voor vast geïnstalleerde leidingen. EMC-
● Gebruik geïsoleerde leidingen waarvan de isolatie via EMC-kabelschroefverbindingen
● Indien contactrails uit aluminium worden gebruikt, moet u tussen kabelschoen en contactrail
● Breng vrijliggende aansluitleidingen zodanig in de aansluitkast aan, dat de aardleiding met
● Sluit niet gebruikte windingen af met een metalen afsluitschroef. Op deze wijze ontstaat
6.4.5
Kabel aansluiten met kabelschoenen
1. Kies de kabelschoenen afhankelijk van de benodigde doorsnede van de geleider en het
2. De uiteinden van de geleiders dienen zodanig te worden geïsoleerd dat de resterende
SIMOTICS TN Series N-compact 1PP8
Bedieningshandleiding 11/2018
voorhanden is en de leidingsisolatie niet beschadigd wordt. Hiervoor wordt een
draaimoment van 5 Nm aanbevolen.
WAARSCHUWING
Klembouten voor de trekontlastingsklem
Als de klembouten voor de trekontlastingsklem te vast aangetrokken zijn, dan kan de
isolatie worden beschadigd. Dit kan een overslag van de spanning veroorzaken. Het
negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële
schade veroorzaken.
● Trek de klembouten voor de trekontlastingsbeugel met het aangegeven
aanhaalmoment aan.
kabelschroefverbindingen bevestigt u in de schroefdraden van de afschroefbare
invoerplaat.
volledig geleidend verbonden is met de aansluitkast van de machine.
een onderlegring uit staal aanbrengen. Hiermee wordt contactcorrosie voorkomen.
extra lengte is aangebracht en de isolatie van de aders niet kan worden beschadigd.
een afdichting tegen hoge frequenties.
formaat van bevestigingsschroeven of bouten uit. Informatie over de maximale doorsnede
van de geleider voor de standaarduitvoering van de aansluitkast vindt u in de catalogus.
Schuin plaatsen van de aanvoerkabel is alleen toegestaan wanneer de benodigde minimale
luchtafstanden worden nageleefd.
isolatie bijna tot aan de kabelschoen
aan.
6.4 Kabels invoeren en aanleggen
①
reikt. Sluit per kabelschoen slechts één geleider
Elektrische aansluiting
73