15.2 Sensoren
Hoogte- of rolsensor lijken niet te functioneren (weergave "GEEN
COMMUNICATIE"):
Dit kan veroorzaakt worden door een beschadigde of defecte CAN-buskabel. Controleer
of alle kabels goed zijn aangesloten. De aansluitingen moeten stevig vastzitten en mogen
geen corrosie vertonen.
Als blijkt dat de kabels goed zijn, is de sensor mogelijk beschadigd. Probeer sensoren om te
wisselen om te zien of het probleem sensorgebonden is.
Ongeldige hoogtesensormeting (weergave "GEEN GEGEVENS"):
Het is normaal dat deze melding af en toe verschijnt. Als deze melding continu verschijnt
kan de sensor problemen hebben om een juist meetresultaat te verkrijgen. Controleer of
de sensor niet buiten bereik is. Controleer of de sensor goed uitgelijnd is. De sensor moet
vrijwel loodrecht naar de grond wijzen en er mogen geen obstakels voorkomen tussen de
sensor en de grond.
Het beschermende schuimscherm kan vuil geworden zijn. Inspecteer en reinig het
schuimscherm. Als het ernstig is versleten of vuil geworden is vervangt u het schuimscherm.
Er kan vocht in de sensor aanwezig zijn. Dit komt vaak voor bij veldspuits met opgeklapte
vleugeltippen, daarbij wijzen de sensoren immers naar boven. Als er regen of vocht in de
sensor binnendringt, verwijdert u de beschermende schuimen schijf en voert het water af.
Als u de sensor laat werken droogt hij vanzelf en zal hij opnieuw beginnen werken.
De sensortransducer is mogelijk beschadigd. Verwijder het schuimscherm en controleer of
u de sensor hoort tikken. Als u geen of een heel zwak tikkend geluid hoort is de transducer
mogelijk beschadigd en zou de sensor aan reparatie toe zijn.
47