Reinigen
nl
Toebehoren
Warm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roest-
vrij staal gebruiken.
--------
Aanwijzingen
Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
■
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
■
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge
■
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Reinigingshulp voor de natte reiniging
De reinigingshulp voor de natte reiniging maakt het
voor u gemakkelijker de binnenruimte schoon te
maken. Door het verdampen van zeepsop wordt het vuil
eerst ingeweekt. Vervolgens kan het weer
gemakkelijker worden verwijderd.
:
Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Door water in de hete binnnruimte kan hete waterdamp
ontstaan. Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
Reinigingshulp instellen
Aanwijzing: U kunt de reinigingshulp voor de natte
reiniging alleen gebruiken wanneer de binnenruimte
onverwarmd is. Laat de binnenruimte volledig afkoelen.
Accessoires verwijderen uit de binnenruimte.
1.
0,4 liter water (niet gedistilleerd) met een druppeltje
2.
afwasmiddel erin midden op de bodem van de
binnenruimte plaatsen (Afb.
De apparaatdeur sluiten.
3.
De sensor > aanraken.
4.
In het indicatieveld verschijnt de duur.
Na enkele seconden start de reinigingshulp. Op het
display kunt u het verloop van het programma aflezen.
Aanwijzingen
De tijdsduur is vooringesteld en kan niet veranderd
■
worden.
De eindtijd kan niet op een later tijdstip worden
■
gezet.
20
).
!
Als de binnenruimte niet volledig is afgekoeld,
knippert œ op het display. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en het display œ uitgaat.
Nadat de reiniging beëindigd is, klinkt er een signaal.
Op het display verschijnt ‹‹:‹‹. Schakel de oven met
de hoofdschakelaar uit.
Nareinigen
Het restwater in de binnenruimte moet op tijd worden
verwijderd. Laat het restwater niet lange tijd in de
binnenruimte staan (bijv. 's nachts). De oven mag niet in
gebruik worden genomen wanneer de binnenruimte
nog nat of vochtig is.
De apparaatdeur openen en het restwater met een
1.
goed opnemende sponsdoek verwijderen (Afb.
De gladde oppervlakken in de binnenruimte
2.
schoonmaken met een schoonmaakdoekje of
zachte borstel. Verwijder hardnekkige resten met
een schuursponsje van roestvrij staal.
Kalkranden verwijderen met een in azijn gedrenkte
3.
doek. Vervolgens met helder water afnemen en
droogwrijven met een zachte doek (ook onder de
deurdichting).
De apparaatdeur in de vergrendelstand (ca. 30°)
4.
openen en ca. 1 uur open laten, zodat de emaillen
oppervlakken in de binnenruimte droog kunnen
worden. U kunt ook de functie Snel drogen
gebruiken voor de binnenruimte.
Snel drogen van de binnenruimte
Apparaatdeur na afloop van de reinigingshulp
1.
openen in de vergrendelingsstand (ca. 30°).
3D-hetelucht instellen op 50°C einstellen.
2.
Na 5 minuten de oven uitschakelen en de
3.
apparaatdeur sluiten.
Sterke verontreiniging verwijderen
Om bijzonder hardnekkig vuil te verwijderen, heeft u
meerdere mogelijkheden.
Laat het zeepsop enige tijd inwerken voordat u de
■
reinigingshulp start.
Wrijf de vervuilde plaatsen op de gladde
■
oppervlakken in met afwasmiddel voordat u de
reinigingshulp start.
Nadat de binnenruimte is afgekoeld dient u de
■
functie Reinigingshulp te herhalen.
).
"