Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn
Structuur�met�bedieneenheid�BDT�01
BDT 01
Sleutelschakelaar
S1
Teach�In
S2
Vrijgave�herstart-
S3
blokkering
M 12
6
12 pol.
Machinebesturing
Cyclische werking met externe bedienorganen:
De�parametrering�van�de�cyclische�functie�is�beschikbaar,�als�na�het�
inschakelen�van�de�voedingsspanning�de�aansluitingen�van�de�externe�
bedienorganen�(sleutelschakelaar�-�cyclische�werking,�machinesignaal)�
correct�aangesloten�zijn�en�de�sleutelschakelaar�in�positie�0�staat�Voor�de�
cyclische�werking�moet�de�bedrijfsmodus�"herstartblokkering"�geconfigu-
reerd�worden�(zie�Aansluitschema�cyclische�werking)
De�bijkomende�signaalingangen�aan�stekker�M8/6�pol�van�de�ontvanger�
mogen�niet�aangesloten�worden�Als�de�bedrijfsmodus�cyclische�werking�
niet�beschikbaar�is,�moet�de�bedrading�gecontroleerd�worden�en�een�
herstart�(voedingsspanning�AAN/UIT)�uitgevoerd�worden�(signalisering�van�
de�fout:�de�rode�LED�knippert�permanent)�Als�geen�bijkomende�bedienor-
ganen�voor�de�functiekeuze�aangesloten�zijn,�is�de�normale�werking�van�
het�lichtgordijn�met�veiligheidsmodus/herstartblokkering�beschikbaar
Parametrering�cyclische�werking:�(geen�cyclus,�1�cyclus�of�2�cycli)
Positie�van�de�
0
sleutelschake-
laar
Cyclusfunctie�
Normale�
(sleutel�alleen�
bedrijfsmodus�
verwijderbaar�in�
zonder�cyclus-
positie�0)
functie
Parametrering met sleutelschakelaar:
De�bijbehorende�sleutel�moet�in�de�sleutelschakelaar�gestoken�worden�
en�in�schakelpositie�"0"�geplaatst�worden�Door�het�selecteren�van�een�
van�beide�schakelposities�(Pos�1�of�Pos�2)�gaat�het�lichtscherm�over�van�
normale�werking�naar�parametreermodus�(Dit�wordt�gesignaleerd�door�de�
synchroon�knipperende�LED's�"OSSD�ON"�en�"OSSD�OFF")�Daarbij�wor-
den�de�OSSD�uitgangen�van�het�lichtgordijn�uitgeschakeld�en�vergrendeld
Opslaan van de gekozen parametrering in diagnosemodus / Teach IN
Door�het�bedienen�van�de�knop�Teach�IN�(max�1,5�seconden�negatieve�
flank),�wordt�de�nieuwe�bedrijfsmodus�volgens�de�schakelpositie�van�de�
sleutelschakelaar�(geen�cyclus,�1�cyclus�of�2�cycli)�opgeslagen�Als�het�
opslaan�gelukt�is,�brandt�de�groene�LED�OSSD�ON�permanent
Het�opslaan�van�parametreringen�is�in�een�tijdvenster�van�3�minuten�na�
het�omschakelen�van�de�sleutelschakelaar�van�positie�"0"�naar�positie�"1"�
of�"2"�mogelijk�(Het�tijdvenster�wordt�aangegeven�door�het�synchrone�
knipperen�van�de�LED�"OSSD�ON"�en�"OSSD�OFF")
Bij�overschrijding�van�het�tijdvenster�moet�een�reset�uitgevoerd�worden�
(aangeduid�door�een�permanent�knipperende�LED�OSSD�OFF)�Een�reset�
wordt�uitgevoerd�door�de�sleutelschakelaar�S1�gedurende�minstens�1,5�
seconde�in�positie�"0"�te�schakelen
Overgang van parametreermodus naar normale werking:
Na�het�beëindigen�van�de�TEACH�IN�procedure�moet�de�sleutelscha-
kelaar,�onafhankelijk�van�de�gekozen�parametrering,�in�positie�"0"�ge-
plaatst�worden�Op�die�manier�wordt�de�parametreermodus�beëindigd�
en�wordt�de�normale�werking�van�het�lichtgordijn�geactiveerd
Legende bedieningsorganen:
S1�=�
Sleutelschakelaar
S2�=�
Teach�In�drukknop
S3�=�
� D rukknop�herstart-
blokkeringsvrijgave
BDT�01�=� Bedieneenheid�cyclus
1
2
Werking�met�1�
Werking�met�2�
cycli
cycli
Door�het�bedienen�van�de�drukknop�herstartblokkeringsvrijgave�(max�
1,5�sec�neg�flank)�start�de�cyclische�functie�volgens�de�gedefinieerde�
afloop�in�deze�bedrijfsmodus
Door�een�spanningsonderbreking�of�het�bedienen�van�de�sleutelscha-
kelaar�in�positie�"1"�of�"2"�wordt�de�voorgaande�parametrering�gewist;�
dit�leidt�tot�een�bedrijfsmodus�zonder�cyclische�werking
3. Montage
3.1 Algemene voorwaarden
De�volgende�regels�gelden�als�preventieve�waarschuwingen�om�een�
veilige�en�correcte�werking�en�behandeling�te�garanderen���Deze�
regels�zijn�een�essentieel�onderdeel�van�de�veiligheidsmaatregelen�en�
moeten�bijgevolg�ten�alle�tijde�nageleefd�worden
•�� D e�SLC�mag�niet�gebruikt�worden�bij�machines�die�in�geval�
van�nood�niet�elektrisch�gestopt�kunnen�worden
•�� D e�veiligheidsafstand�tussen�de�SLC�en�een�gevaarlijke�
machinebeweging�moet�steeds�in�acht�genomen�worden
•�� B ijkomende�beschermvoorzieningen�moeten�zo�geïnstal-
leerd�worden�dat�men�het�veiligheidsveld�moet�binnendrin-
gen�om�de�gevaarlijke�machineonderdelen�te�bereiken
•�� D e�SLC�moet�zodanig�geïnstalleerd�worden�dat�het�perso-
neel�bij�het�bedienen�van�de�machine�zich�altijd�binnen�de�
detectiezone�van�de�veiligheidsvoorziening�bevindt�Een�
foutieve�installatie�kan�tot�zware�verwondingen�leiden
•�� S luit�de�uitgangen�nooit�aan�op�+24VDC�Als�de�uitgan-
gen�op�+24VDC�aangesloten�worden,�bevinden�zij�zich�in�
AAN-toestand�en�kunnen�zij�een�gevaarlijke�situatie�aan�de�
toepassing/machine�niet�stoppen
•�� D e�veiligheidsinspecties�moeten�regelmatig�uitgevoerd�
worden
•�� D e�SLC�mag�niet�aan�brandbare�of�explosieve�gassen�
blootgesteld�worden
•�� D e�aansluitkabels�moeten�volgens�de�installatie-instructies�
aangesloten�worden
•�� D e�bevestigingsschroeven�van�de�eindkappen�en�de�beves-
tigingshoeken�moeten�vast�aangespannen�zijn
3.2 Veiligheidsveld en nadering
Het�veiligheidsveld�van�de�SLC�bestaat�uit�de�volledige�zone�tus-
sen�de�veiligheidsveldmarkeringen�van�de�zender�en�de�ontvanger�
Bijkomende�beschermvoorzieningen�moeten�garanderen�dat�men�het�
veiligheidsveld�moet�binnendringen�om�de�gevaarlijke�machineonder-
delen�te�bereiken
De�SLC�moet�zodanig�geïnstalleerd�worden�dat�het�personeel�bij�het�
bedienen�van�de�te�beveiligen�gevaarlijke�machineonderdelen�zich�altijd�
binnen�de�detectiezone�van�de�veiligheidsvoorziening�bevindt
De�bedienorganen�moeten�buiten�de�gevarenzone�aange-
bracht�worden�De�operator�moet�een�goed�overzicht�van�de�
gevarenzone�hebben�bij�het�bedienen�van�de�vrijgaveknop
De�bedienorganen�moeten�een�beschermingsgraad�van�
minimaal�IP�54�hebben�of�in�een�schakelkast�met�bescher-
mingsgraad�IP�54�ingebouwd�worden
De�bedienorganen�BDB�&�BDT�die�als�accessoire�verkrijg-
baar�zijn,�hebben�beschermgraad�IP�40�De�bedieneenheid�
mag�niet�geïnstalleerd�worden�aan�machines�die�een�hogere�
beschermklasse�vereisen,�bijv�in�omgevingen�met�sproeiwa-
ter�of�waterprojectie
NL
SLC 421
9