Specificaties:
2x DIN-Bussen voor aansluiting aan de SX-Bus. Stroomopname max. 10 mA.
2x Schroefklemmen voor de voedingsspanning voor de verbruikers. Voedingsspanning max. 25 Volt, digitale spanning ook
aansluitbaar.
2x Schroefklemmen voor aansluiting van de rijspanning.
4x Schroefklemmen voor aansluiting van de bloktrajecten.
1x 2 en 8 schroefklemmen voor aansluiting van de gebruikers.
Korte schakelimpuls voor wissels met of zonder eindafschakeling .
1x Programmeertoets tussen de Selectrix-Busaansluitingen voor het programmeren.
Programmeerbaar op duurstroomuitgang voor lampen (bijv. bedieningspaneel), lichtseinen en ontkoppelrails.
Totale duurbelasting tot max. 1 A.
Bij wisselsturing alle uitgangen tot 3 A belastbaarvoor de gezamelijke aansluiting van twee wissels per uitgang.
1x Databuskabel van 30cm lengte.
Afmetingen: (breedte x diepte x hoogte) 100x88x30 mm.
Inbouw:
De schakeling kan het beste op een goed toegangkelijke plaats in de buurt van de verbruikers onder de baan worden
aangebracht.
Aansluiting bezetmelding:
De Multifunktiedecoder SLX812 wordt met een 5-poligen kabel aan de SX-Bus aangesloten. De hiervoor aanwezige bussen zijn
intern parallel geschakeld, zodat aan de vrije bus het volgende Selectrix-Moduul aangesloten kan worden. De verbinding kan ook
naar een tweede centrale eenheid of een tweede bussysteem, die niet de rijspanning leverd, gemaakt worden. Zo kan er bij grote
modelbanen een bussysteem met alle adressen voor de lokomotieven worden gebruikt, en tegelijkertijd een tweede bussysteem
voor het melden van de bezettoestanden en voor het schakelen van wissels en seinen.
Tweezijdige (rood/groen) lichtseinen worrden elk aan een dubbele uitgang van de functiedecoder aangesloten. Uit de oneven
aansluiting komt de informatie rijden met de bijbehorende schuine balk op de Lok Control 2000. Het stopsignaal komt uit de even
uitgang met de bijbehorende rechte balk op de Lok Control 2000.
Bij bezetmeldingen verschijnt de bezetmelding aan de oneven aansluitingen en de vrijmelding aan de even aanluitingen van de
functiedecoder.
Bij lichtseinen met meerdere lampjes kunnen afhankelijk van de sturing meerdere aansluitingen voor een seinsturing gebruikt
worden. Deze is bij enkele PC-programma's verschillend en moet aan de hand van de bijbehorende gebruiksaanwijzing opgevolgd
worden.
Programmeering Schakelfunctie:
Tijdens de programmering moet het hele baanbedrijf rusten!
De programmering kan na komplete inbouw en aansluiting van de multifunctiedecoder of alleen in verbinding bij verbinding met
de SX-bus worden gedaan. Hiervoor is aan een stuurapparaat in de Funktiesmodus/Schakelbedrijf (SLX844, Lok Control 2000,
Combi Control, Route Control of Encoder A, Control Handy of PC) het benodigde adres in te stellen. De adressen kunnen naar eigen
inzicht gekozen worden maar mogen niet al door een ander apparaat of lok bezet zijn. Daarna moet men de tussen de Selectrix-
aansluitbussen aanwezige programmeertoets indrukken. Daarna moet men op het aanstuurapparaat de door de bedrijfskeuze
toegewezen toets indrukken. Als terugmelding voor een succesvolle programmering worden alle balken op het aanstuurapparaat
eenmaal kort schuin gezet (Lok Control, Control Handy). De multifunktiedecoder is nu geprogrammeerd en reageert direkt op
verdere bevelen op het aanstuurapparaat.
Bij de SLX844 is in de modus rijden en schakelen het gewenste adres door de regelaar 3 in display 3 in te stellen. De door de
bedrijfskeuze toegewezen toets (Bit) kiest U door het draaien van regelaar 4, het aktieve Bit (Toets) knippert (linker balk= Toets 1,
rechter balk = Toets 8). Nu de programmeertoets aan de SLX812 indrukken. Door het bedienen van de richtingstoets van regelaar 4
wordt nu het gewenste Bit (Toets) omgezet. De terugmelding volgt na het kort omzetten van alle balken naar boven.
Bedrifskeuze en programmeervolgorde:
Toets 5: Impulsuitgang voor wisselbedrijf. Uitgangen altenerend, onderste halfkanaal.
Programmeervolgorde:
1.
Gewenste adres aan het stuurapparaat in de functiemodus ingeven
2.
Programmeertoets op de SLX812 indrukken
3.
Funktietoets 5 op het stuurapparaat indrukken
4.
Terugmelding afwachten, gereed, apparaat is direkt bedrijfsklaar