Aan de klemmen 1-8 kunnen 8 ontkoppelrails, verlichtingen enz. aangesloten worden. De massa ligt aan de klemmen 0, die intern
mit elkaar verbonden zijn. Met toets 1 van het aanstuurapparaat met het bijbehorende adres wordt de verbruiker aan uitgang 1,
met toets 2 de verbruiker aan uitgang 2 enz. geschakeld. De ontkoppelrails, verlichtingen enz. zijn zolang ingeschakeld zolang de
toets op het stuurapparaat ingedrukt blijft, of zoals bij de Lok Control 2000, door het nogmaals indrukken van de toets de
inschakeling verbroken wordt.
Uitgeschakeld: Balken horizontaal. Ingeschakeld: Balken schuin.
Bezetmeldingsweergave op het bedieningspaneel:
De informatie van de Selectrix-bezetmelders kunnen op een bedieningspaneel weergegeven worden. Hiertoe zijn aan de dubbele
uitgangen van de functiedecoder lampjes of lichtdioden (LED) aan te sluiten. Is een spoortraject vrij, dan voert de even uitgang
spanning en gaat het groene lampje branden. De bezetmelding komt uit de oneven uitgang en wordt weergegeven door het rode
lampje.
Wanneer men alleen een bezet en geen vrijmelding nodig heeft, kan de
aansluitschema een kompleet adres bewaken. Voor deze wijze van bezetmeldingweergave is het geoorloofd de
multifunctiedecoder op het zelfde adres als de bijbehorende bezetmeldadres te programmeren.
Bij de programmering mag de bezetmelder niet aan de bus aangesloten zijn. Busstekker tijdens de programmering
aan de bezetmelder losnemen.
4 Lichtseinen of bezetmeldingen:
multifunktiedecoder ook zoals in het vorige
Rijstroom:
Let op verschillend met de SLX818 en SLX816 bezetmelder: Beide rijspanningsleidingen van de centrale eenheid (of Booster)
zijn aan de beide schroefklemmen ZE aan te sluiten. De rechtse van de beide schroefklemmen is identiek aan de klemmen 0 van de
bezetmelders SLX818 en SLX816. De verbinding kan het beste met een dikke kabel met een dikte van minstens 0,5mm² gemaakt
worden. Aan de uitgangen 1 tot en met 4 sluit men de te bewaken spoortrajecten aan, die rechts en links geen verbinding hebben
en die altijd eenzijdig aan hetzelfde spoorrail liggen.
De linker schroefklem ZE moet men aan de centrale eenheid en de niet gescheiden spoorstaaf verbinden.
Werking:
Het bezetmelderdeel van de multifunctiedecoder SLX812 reageert op stromen in de bewaakte spoortrajecten. Om een spoortraject
als bezet te herkennen, is een geringe stroomloop, door bijv. een stilstaande lok, een verlicht rijtuig of een onverlicht rijtuig
waarvan de wielen met een weerstandslak over de as verbonden zijn al genoeg. De bezetmelding wordt onder het
geprogrammerde adres in het bovenste of onderste halfkanaal aan de SX-bus doorgegeven.
De bezettoestanden kunnen op een bedieningspaneel mbv. een functiedecoder SLX808 weergegeven worden. De funktiedecoder
SLX808 is hiervoor zeer geschikt, hij kan twee adressen verwerken en daarmee bezetmeldingen van een SLX816, twee SLX818 of
vier SLX812 weergeven. Over een Computer-Interface kan de informatie aan een PC voor het besturen van de modelbaan worden
doorgegeven.
Programmering bezetmelding:
De programmering kan na komplete inbouw en aansluiting van de multifunctiedecoder of alleen in verbinding bij verbinding met
de SX-bus worden gedaan. Hiervoor is aan een stuurapparaat in de Funktiesmodus/Schakelbedrijf (SLX844, Lok Control 2000,
Combi Control, Route Control of Encoder A, Control Handy of PC) het benodigde adres in te stellen. Daarna moet men de tussen de
Selectrix-aansluitbussen aanwezige programmeertoets indrukken. Daarna moet men op het aanstuurapparaat de door de
bedrijfskeuze toegewezen toets indrukken. Als terugmelding voor een succesvolle programmering worden alle balken op het
aanstuurapparaat eenmaal kort schuin gezet. De multifunktiedecoder is nu geprogrammeerd. Het adres kan vrij gekozen worden
maar mag niet al door een ander apparaat of lokomotief gebruikt zijn.
Bij de SLX844 is in de modus rijden en schakelen het gewenste adres door de regelaar 3 in display 3 in te stellen. De door de
bedrijfskeuze toegewezen toets (Bit) kiest U door het draaien van regelaar 4, het aktieve Bit (Toets) knippert (linker balk= Toets 1,
rechter balk = Toets 8). Nu de programmeertoets aan de SLX812 indrukken. Door het bedienen van de richtingstoets van regelaar 4
wordt nu het gewenste Bit (Toets) omgezet. De terugmelding volgt door het kort naar boven zetten van de balken.
Bedrijfskeuze en programmeervolgorde:
Door het programmeren van adres 00 laat zich het bezetmelder en ook het functiegedeelte van de SLX812
Multifunktiedecoder deactiveren. Dit geldt voor alle programmeerwijzen.
Men kan de decoder op twee wijzen programmeren.
Toets 1:
De bezetmelding als ook de spoorvrijgave werkt vertragingsvrij in de SX-bus op het onderste halfkanaal van het
ingestelde adres bit 1-4.
Programmeervolgorde:
1.
Gewenste adres aan het stuurapparaat in de functiemodus ingeven
2.
Funktietoets 1 op het stuurapparaat indrukken
3.
Terugmelding afwachten, gereed, apparaat is direkt bedrijfsklaar
4.
Terugmelding afwachten, apparaat is bedrijfsklaar
Tijdens de programmering moet het hele baanbedrijf rusten!