5. Druk op
afgedrukt.
6. Controleer de patronen die worden aangegeven met de
pijlen (l).
Opmerking:
Als het kleursegment van de lijn zich op één lijn bevindt met de
zwarte segmenten aan een van beide zijden, hoeft u de registratie
voor die kleur niet aan te passen. Wanneer de lijnsegmenten niet
zijn uitgelijnd, past u de registratie als volgt aan.
Enter. Er wordt een kleurenregistratievel
Printer klaarmaken voor gebruik
17