K-01_DUT.book Page 74 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM
74
Menu
Autom. lichtmeting
Autofocusstand
AF-autozoom
A1
AF-hulplicht
4
Scherpe contouren
Objectiefcorrectie
Dubbelopnamen
Intervalopname
Instelling D-range
Ruisond. hoge ISO-wrd
A2
Ruisond. lange sltrtijd
Shake Reduction
Inv brandp afstand
Onderdeel
Selecteert het gedeelte van de
sensor dat moet worden gebruikt
*1
voor lichtmeting en het bepalen
van de belichting.
Selecteert de autofocusmethode
*1
in stand =.
Vergroot automatisch het
beeldscherm en centreert op het
gebied dat is scherpgesteld nadat de
scherpstelling vergrendeld is.
Stelt in of het AF-hulplicht moet
worden gebruikt tijdens automatische
scherpstelling op donkere locaties.
Benadrukt de omtrek van het
onderwerp waarop u scherpstelt
en maakt het gemakkelijker om
de scherpstelling te controleren.
Correctie van vervormingen en
laterale chromatische aberratie die
*1
het gevolg zijn van eigenschappen
van het objectief.
Creëert een opname door meerdere
opnames te nemen en deze tot een
enkele opname samen te voegen.
Maakt opnamen met een ingesteld
interval vanaf een vastgesteld tijdstip.
Breid het dynamisch bereik uit en
*1
voorkomt over- en onderbelichte
gebieden.
Stelt in of de
ruisonderdrukkingsinstelling in bij
ISO-gevoeligheid.
Stelt the ruisonderdrukking in
wanneer u opnamen maakt met een
lage sluitersnelheid.
*1
Activeert de functie Shake Reduction. p.106
Stelt de brandpuntsafstand in bij het
gebruik van een objectief dat niet
automatisch objectiefinformatie kan
doorgeven.
Functie
Pagina
p.94
p.99
p.101
p.98
p.104
p.147
p.116
p.113
p.142
p.143
p.95
p.97
p.250