K-01_DUT.book Page 93 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM
Vergrendeling van de belichting
vóór het maken van de opname (AE Lock)
Het belichtingsgeheugen is een functie die de belichting (helderheid)
vasthoudt zoals die is vóór het maken van de opname. Gebruik deze
functie wanneer het onderwerp te klein is of wanneer er sprake is van
tegenlicht, waardoor een goede lichtmeting niet mogelijk is.
1
Ken [Belichtingsgeheugen] toe aan de =/L toets.
Zie "Instelling van de =/L toets Operatie" (p.161) voor
bijzonderheden.
2
Stel de belichting in en druk
op de knop =/L.
De camera vergrendelt de belichting
van dat moment.
@ wordt op de monitor getoond als het
belichtingsgeheugen ingeschakeld is.
Druk opnieuw op de =/L toets om
de AE-vergrendeling te annuleren.
• Wanneer de AE-vergrendeling in- en uitgeschakeld wordt, hoort u een
bieptoon. Deze bieptoon kan worden uitgeschakeld. (p.200)
• AE Lock is niet beschikbaar in de stand p.
• Als u ook de belichting wil vergrendelen wanneer de scherpstelling wordt
vergrendeld, zet u [4. AE-L met AF lock] (p.77) van het [A Pers. instelling 1]
menu op [Aan].
• Wanneer de sluitersnelheid of diafragmawaarde gewijzigd wordt terwijl
de AE-vergrendeling ingeschakeld is in a (manuelel) stand, verandert de
combinatie van sluitersnelheid en diafragmawaarde, terwijl de belichting
dezelfde blijft. Bijvoorbeeld, wanneer de sluitersnelheid 1/125 seconde is
en de diafragmawaarde is F4, en deze instellingen zijn vergrendeld, dan
verandert de diafragmawaarde automatisch naar F8 als de sluitersnelheid
op 1/30 seconde wordt gezet.
• Wanneer u een zoomlens gebruikt waarvan de maximale opening varieert
afhankelijk van de focusafstand, verandert de combinatie van de
sluitersnelheid en de diafragmawaarde afhankelijk van de zoompositie, zelfs
wanneer de AE-vergrendeling aan is. De belichtingswaarde verandert echter
niet en de opname wordt gemaakt met het lichtniveau dat was ingesteld toen
de AE-vergrendeling werd ingeschakeld.
93
4