5. MASTER 2-aansluitingen (RCA)
Aansluitingen naar analoge ingangsaansluitingen op een eindversterker, enz.
6. MASTER 1-aansluitingen (gebalanceerde XLR)
Aansluitingen naar analoge ingangsaansluitingen op een eindversterker en luidsprekers
met voeding, enz.
• Gebruik deze aansluitingen alleen voor gebalanceerde uitvoer. Als deze
aansluitingen met een XLR-RCA-conversiekabel (conversieadapter) enz. op
ongebalanceerde ingangen (RCA, enz.) worden aangesloten, leidt dit tot ongewenste
ruis en/of een slechte geluidskwaliteit.
• Sluit geen stroomsnoer van een ander product aan op deze aansluitingen.
• Verbind deze niet met een aansluiting die fantoomvoeding kan geven.
• Gebruik de [MASTER 2]-aansluitingen voor ongebalanceerde invoer (RCA, enz.).
ZONE-aansluitingen (gebalanceerde XLR) (pagina 105)
7.
Gebruik deze uitgangsaansluitingen voor het ZONE-kanaal.
• Gebruik deze aansluitingen alleen voor gebalanceerde uitvoer. Als deze
aansluitingen op ongebalanceerde ingangen worden aangesloten, leidt dit tot
ongewenste ruis en/of een slechte geluidskwaliteit.
BOOTH-aansluitingen (1/4"/6,35 mm, TRS) (pagina 101)
8.
Aansluiting voor een booth-monitor.
• Gebruik deze aansluitingen alleen voor gebalanceerde uitvoer. Als deze
aansluitingen op ongebalanceerde ingangen worden aangesloten, leidt dit tot
ongewenste ruis en/of een slechte geluidskwaliteit.
9. Signal GND-aansluiting
Aansluiting voor de aardingsdraad van een draaitafel.
Vermindert ongewenste ruis die optreedt wanneer een draaitafel op het toestel
aangesloten is.
10. LINE/PHONO-aansluitingen (RCA)
Aansluiting voor multispelers, uitgangsapparaten op lijnniveau of uitgangsapparaten op
phononiveau (MM-element).
• Afhankelijk van het ingangssignaal kan een luid volume worden weergegeven. Zorg
ervoor dat het ingangssignaal overeenkomt met de instellingen.
11. MIC 1-aansluiting (XLR of 1/4"/6,35 mm, TRS) (pagina 103)
-knop
12.
Zet het toestel aan of zet het in de stand-bystand.
Namen van onderdelen
32