Klimaatregeling
Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C
Bedieningspaneel
1.
Ventilator
2.
Recirculatie
3.
Ontwaseming
4.
Luchtverdeling
5.
A/C, Aan/Uit
6.
Stoelverwarming linkerzijde
7.
Stoelverwarming rechterzijde
8.
Elektrische achterruit- en buitenspiegel-
verwarming
9.
Temperatuur
68
Functies
1. Ventilator
Verhoog of verlaag de venti-
latorsnelheid door aan de
knop te draaien.
Als u de knop linksom hebt
gedraaid en de ventilatorin-
dicatie op het display
gedoofd is, zijn de ventilator en de aircondi-
tioning uitgeschakeld. Het display geeft het
ventilatorlampje en OFF weer.
2. Recirculatie
De recirculatie houdt vieze
lucht, uitlaatgassen en
dergelijke buiten. De lucht in
de passagiersruimte wordt
dan gerecirculeerd. Er komt
geen lucht van buiten de
auto in wanneer deze functie geactiveerd is.
Bij gebruik van de recirculatie (in combinatie
met de airconditioning) wordt de lucht in de
passagiersruimte bij warm weer sneller
afgekoeld. Als de lucht in de auto te lang
recirculeert, kan de binnenzijde van de ruiten
beslaan.