4 Gebruik de pijlen in de hoeken van het scherm om de uiteinden van de witte begeleidingslijn aan de
bestuurderszijde te verplaatsen.
De begeleidingslijn moet zich vlak boven de stoeprand, oprit of lijn van een parkeervak bevinden.
5 Gebruik de pijlen in het midden van het scherm om de gekleurde begeleidingslijnen voor de afstand naar
boven of beneden te verplaatsen.
De rode begeleidingslijn moet parallel lopen aan het achterste gedeelte van uw voertuig. Dit kan de
achterbumper, een trekhaak of een ander object zijn dat uitsteekt aan de achterkant van het voertuig.
6 Parkeer uw voertuig nu met de bestuurderszijde parallel aan een stoeprand, oprit of lijn van een parkeervak
en gebruik de pijlen om de witte begeleidingslijn aan de passagierszijde uit te lijnen.
De begeleidingslijnen moeten symmetrisch zijn.
Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens
U kunt een geheugenkaart installeren om de opslagruimte voor kaarten en andere gegevens op uw toestel te
vergroten. Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. Via
geheugenkaarten met vooraf geladen Garmin kaartsoftware verkrijgbaar. Het toestel ondersteunt microSD
geheugenkaarten van 4 tot 256 GB.
1 Zoek de kaart- en data-geheugenkaartsleuf op uw toestel
2 Verwijder de beschermkap van de microSD kaartsleuf.
Appendix
www.garmin.com/maps
(Overzicht van het toestel, pagina
zijn
1).
81