Een netwerkverbinding configureren
Draadloze netwerkverbinding
1.
Controleer of de functie Draadloos LAN is ingeschakeld.
Activeer de draadloze LAN-functie door op
<F2>) te drukken voordat u een draadloze netwerkverbinding
configureert indien dat nodig is.
.
Klik op Draadloze netwerken
op het tabblad Internet.
.
Selecteer het draadloze
toegangspunt waarmee u
een verbinding wilt maken in
de lijst en klik op Verbinden
om de verbinding tot stand te
brengen. Zorg dat het vakje
voor Draadloos inschakelen
is geselecteerd.
.
Wanneer u een verbinding
maakt, is het mogelijk dat
u een wachtwoord moet
invoeren.
.
Nadat een verbinding
is gemaakt, wordt deze
weergegeven in de lijst.
6.
De balken met de sterkte
van het draadloze signaal
worden weergegeven in het
systeemvak.
Snelstartgids -
+
(<Fn> +