Inhoudsopgave
Advertenties
5. Veiligheidsvoorschriften voor de montage
I
f Wanneer de bewegende delen van de motor of de heet wordende behuizing niet voor-
zien zijn van een mechanische beveiliging, dient de motor minimaal op een hoogte
van 2,5 m boven de grond gemonteerd te worden, of op een ander niveau dat toegang
biedt tot de motor.
f Verwijder alle overbodige leidingen voordat u de motor installeert. Daarnaast dienen
alle voorzieningen die niet noodzakelijk zijn voor het aanbrengen van de motoraan-
drijving, stopgezet te worden.
f Een eventuele handschakelaar dient op een hoogte van maximaal 1,8 m aangebracht
te worden.
f Wanneer de motor met een schakelaar of knop aan- en uitgeschakeld wordt, dient
deze in het zicht van de motor aangebracht te worden. De schakelaar of de knop mag
zich niet in de buurt van bewegende onderdelen bevinden. De motor dient minstens
1,5 m boven de grond geïnstalleerd te worden.
f Vast schakelmateriaal moet op een zichtbare locatie gemonteerd worden.
f Bij een horizontaal bewegende installatie dient een afstand van tenminste 0,4 m in
acht genomen te worden tussen de volledig uitgerolde panelen en de eindblokkering.
f Het nominale toerental en het nominale koppel van de motor moeten geschikt zijn
voor de installatie.
f Het gereedschap dat tijdens de montage gebruikt wordt, dient geschikt te zijn voor
het gekozen nominale koppel.
f Een juiste montage van de motor vereist voldoende technische kennis en goede
mechanische vaardigheden. Een onjuiste montage kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel. Elektrotechnische werkzaamheden dienen door een elektricien volgens de
lokaal geldende voorschriften uitgevoerd te worden.
f Er mogen uitsluitend kabels gebruikt worden die geschikt zijn voor de omgeving
waarin ze toegepast worden en die voldoen aan de bouwvoorschriften (zie catalogus
met accessoires).
f Wanneer het apparaat niet is uitgerust met een aansluitkabel en een stekker of een
NL
andere manier om de stroom van het apparaat los te koppelen, waarbij iedere pool
volledig geïsoleerd is volgens de CAT III-voorschriften voor overspanning, moet een
dergelijke scheiding in de vaste elektrische bedrading aangebracht worden.
f Laat stroomkabels niet in aanraking komen met hete oppervlakken.
f Na de installatie dient de stekker toegankelijk te zijn waarmee de motor van het
stroomnet afgekoppeld kan worden.
f Beschadigde aansluitkabels moeten door hetzelfde type GEIGER kabels vervangen
worden.
f Bevestig het apparaat zoals beschreven in de montagehandleiding. Bevestig onder-
delen nooit met lijm. Lijmverbindingen zijn over het algemeen onbetrouwbaar.
4
NL
Let op: belangrijke veiligheidsvoorschriften. Volg de montage-
voorschriften nauwkeurig op. Een onjuiste montage kan ernstig
persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Gerhard Geiger GmbH & Co. KG | 100W0570
nl
V000
0223
Advertenties
Inhoudsopgave
