5 | Installatie
5.4.3
Buitenunit, binnenunit en cv-installatie vullen
OPMERKING
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie
veroorzaken.
▶ Cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installatie vullen tot de
juiste druk.
1
Afb. 8
Binnenunit met externe bijverwarming en verwarmingssysteem
[Z1] CV-installatie (zonder mengmodule)
[1]
Externe bijverwarming
[2]
Warmtepomp
1. Schakel de warmtepomp en binnenunit spanningsloos.
2. Automatische ontluchting via VL1 activeren. Daarvoor de schroef
enige omwentelingen uitdraaien, zonder deze helemaal los te draai-
en.
3. Sluit de ventielen naar cv-installatie; deeltjesfilters SC1 en VC3.
4. Een slang op de VA0 aansluiten, het andere eind in een afvoer leiden.
Aftapkraan VA0 openen.
5. Vulkraan VW2 openen en water in de naar de warmtepomp leidende
buis laten stromen.
6. Het vullen voortzetten, tot er bij de afvoer nog water uit de slang
komt.
7. Sluit aftapkraan VA0 en vulklep VW2.
8. Plaats de slang op aftapkraan voor cv-installatie VC2.
9. Ventiel VC3, aftapkraan VC2 en vulklep VW2 openen en cv-installatie
vullen.
10.Het vullen voortzetten, tot er bij de afvoer alleen nog water uit de
slang komt.
11.Aftapkraan VC2 sluiten.
12.Externe bijverwarmer overeenkomstig de bijbehorende handleiding
grondig ontluchten.
12
PC1
GC1
VL1
VC3
PC0
SC1
VA0
VW2
Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijv. radi-
ator).
Stel altijd een iets hogere druk in dan de gewenste druk; op die manier
ontstaat een zekere speelruimte wanneer bij toenemende temperatuur
de in het cv-water opgeloste lucht via VL1 wordt ontlucht.
T
VC1
VC2
T
2
13.Deeltjesfilter SC1 openen en vullen, tot manometer GC1 2 bar aan-
geeft.
14.Vulventiel VW2 sluiten.
15.Slang van VC2 verwijderen.
5.4.4
Cv-pomp (PC1)
Afhankelijk van de configuratie van de cv-installatie is een pomp nodig,
die volgens de eisen aan debiet en debietbegrenzer wordt gekozen.
Pomp PC1 moet altijd op de installatiemodule van de binnenunit con-
form het elektrisch schema worden aangesloten.
Maximale last aan de relaisuitgang van de pomp PC1: 2 A, cos > 0,4.
Bij een hogere belasting moet een tussenrelais worden gemonteerd.
5.4.5
Pomp voor externe bijverwarming
Bij een externe bijverwarming zonder geïntegreerde pomp moet extern
een pomp worden gemonteerd.
EnviLine A/W IDU Monoblock B • 6721817801 (2023/03)
Z1
0010019841-002