A a n d e s l a g
4. Plaats de (U)SIM-kaart in de
SIM-kaarthouder. Zorg ervoor dat de
(U)SIM-kaart goed wordt geplaatst en
dat het goudkleurige contactgebied op
de kaart omlaag is gericht.
Sluit de SIM-kaarthouder en druk deze
weer op zijn plaats.
5. Plaats de batterij.
6. Schuif de achtercover op zijn plaats.
■ De batterij opladen
Sluit de lader aan op een
wandcontactdoos. Open de klep
van de laderaansluiting (1) en steek
de stekker van de lader in de
laderaansluiting van de telefoon (2).
Als de batterij volledig ontladen is,
kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op
het scherm wordt weergegeven
en u weer met het apparaat kunt
bellen.
14