2.11 Omgevingscondities
►
Het apparaat mag uitsluitend in gesloten ruimten en bij de volgende omgevingscondities
worden geëxploiteerd:
Omgevingstemperatuur
Luchtvochtigheid RV
Overspanningscategorie
Vervuilingsgraad
Opstellingshoogte
►
Het apparaat mag niet in explosiegevaarlijke ruimten in bedrijf zijn. De omgevingslucht
mag geen explosief stof, gas, damp of gas-luchtmengsel bevatten. Het apparaat is niet
explosieveilig.
►
Hevige stofontwikkeling of agressieve dampen in de omgeving van het apparaat kunnen
leiden tot afzettingen aan de binnenzijde van het apparaat, waardoor kortsluiting of
schade aan elektronica kan ontstaan. Daarom moeten er afdoende voorzieningen worden
getroffen tegen het ontstaan van stof en agressieve dampen.
2.12 Leveringsomvang
►
Netvoedingskabel
►
Kantelbeveiliging (zie bladzijde 22)
►
Inschuifrooster (elk met een belasting tot 30 kg)
►
USB-gegevensdrager met software en handleiding AtmoCONTROL
►
Deze gebruikershandleiding
►
Kalibratiecertificaat
Extra bij constante klimaatkasten HPP
►
Waterreservoir met verbindingsslang
►
Reservoirhouder (alleen bij apparaten met de afmetingen 750, zie bladzijde 25)
2.13 Optioneel toebehoren
►
Ethernet–USB-converter (afb. 8). Hiermee
kan de Ethernet-aansluiting van het appa-
raat (zie pagina 13) worden verbonden
met de USB-aansluiting van een PC of
laptop .
►
Versterkte inschuifroosters met een toe-
laatbare belasting van 60 kg per stuk (voor
apparaatafmetingen van 110)
D33268 | Stand 06/2016
16 ºC t/m 40 ºC
max. 70 % niet-condenserend
II
2
max. 2000 m boven zeeniveau
afb. 8
Ethernet–USB-converter
Constructie en omschrijving
17