7 Storingen
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
bedrijfszekerheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Doet zich desondanks een storing voor controleer dan of
deze tot een bedieningsfout te herleiden is. In dat geval moet u
namelijk ook gedurende de garantieperiode de kosten die ont-
staan vergoeden. De volgende storingen kunt u door controle
van de mogelijke oorzaken zelf verhelpen:
Apparaat werkt niet:
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering voor het stopcontact in orde?
Binnenverlichting brandt niet:
- Is het apparaat ingeschakeld?
- De gloeilamp is defect. Volgens paragraaf "Binnenverlichting"
de lamp vervangen.
Geluiden zijn te hard:
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet
de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder als
het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet voldoende laag:
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Alge-
mene bepalingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken vast-
stellen en de storing niet zelf verhelpen of verschijnt op het
temperatuurdisplay een foutmelding "
F 5
"
" dan is er sprake van een storing. Neem in dit geval
contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst (zie
bijgevoegd overzicht). Geef het nummer van de foutmel-
ding (F1 enz.) door evenals de volgende gegevens op het
typeplaatje:
de typeaanduiding
,
1
het servicenummer
,
2
het apparaatnummer
.
3
Hierdoor wordt een snelle en efficiënte
service mogelijk. Het typeplaatje vindt u
op de linker binnenkant van het appa-
raat.
Laat het apparaat dicht tot de klantendienst komt om een
nog groter koudeverlies te vermijden.
F 0
" tot
NL
9