7 BEDIENING EN SIGNALERING
In deze sectie vindt u een beschrijving van elk bedieningselement van de zendontvanger.
Zie de afbeelding hieronder voor de plaats van de bedieningselementen. Zie "9
BASISBEDIENING" in deze handleiding voor gedetailleerde bedieningsvoorschriften.
7.1 FRONTPANEEL
⑩
Toets
(aan/uit)
Houd deze ingedrukt om de marifoon ON of OFF te schakelen. Wanneer de stroom
IN wordt ingeschakeld, dan wordt de zendontvanger op het laatst gekozen kanaal
ingesteld.
Knop DIAL/ENT
Draai terwijl het normale scherm wordt weergegeven, aan de knop DIAL/ENT om
het werkkanaal te wijzigen. Draai terwijl het scherm MENU wordt weergegeven,
aan de knop om het menu-item te selecteren.
SECUNDAIR GEBRUIK
Druk op deze knop om een selectie in het MENU in te voeren.
VOL-knop (volumeregeling)
Hiermee wordt het audiovolumeniveau geregeld.
Door deze knop met de wijzers van de klok mee te draaien wordt het volume van
de interne luidspreker en luidspreker-microfoon verhoogd.
SQL-knop (squelch-regelaar)
Door deze regelaar met de wijzers van de klok mee te verdraaien wordt het punt
ingesteld waarop willekeurige ruis op het kanaal de audiocircuits niet activeert
maar er een ontvangen signaal zal worden gehoord. Dit punt wordt de ruisdrempel
genoemd. Als de squelch-regelaar verder verdraaid wordt, zal de ontvangst van
gewenste transmissies verslechteren.
⑨
⑪ ⑫
⑧
⑦
⑥
⑬
⑭
⑮
⑤
④
③
②
①
11