Onderdeel
Transmissiebedrading
montagehandleiding van de buitenunit
Kabel gebruikersinterface
0,75 tot 1,25 mm
Aanbevolen lokale
zekering
Reststroomapparaat
Moeten voldoen aan de toepasselijke
(a)
MCA=Minimum circuitampère. De opgegeven waarden zijn
maximumwaarden (zie elektrische data van binnenunit voor
precieze waarden).
14‒1 Minimum circuitampère
Klasse
50
63
1,8 A
2 A
14.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
OPMERKING
▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de
binnenkant van het servicedeksel).
▪ Voor instructies over de aansluiting van de optionele
apparatuur, zie de bij optionele apparatuur geleverde
montagehandleiding.
▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat
het servicedeksel nadien weer goed kan worden
aangebracht.
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Beide bedradingen moeten ALTIJD
op minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Kabel gebruikersinterface: Steek de kabel door het frame en
sluit hem aan op het klemmenblok (P1, P2).
3 Transmissiekabel: Steek de kabel door het frame en sluit hem
aan op de klemmenstrook (de symbolen F1, F2 moeten
overeenstemmen met die op de buitenunit). Bundel de
transmissiekabel
samen
gebruikersinterface en leg ze met een kabelbinder vast op de
kabelbevestiging.
4 Voedingskabel: Geleid de kabel door het frame en sluit hem
aan op de klemmenstrook (L, N, aarding). Maak de kabel vast
met een kabelbinder op de kabelbevestiging.
a
Stroomonderbreker
b
Reststroomapparaat
FXMA-A
VRV-systeemairconditioner
3P680922-1A – 2022.01
Voor specificaties, zie de
2
(2-aderige kabel)
H05RN-F (60245 IEC 57)
Lengte ≤500 m
6 A
wetgeving
80
100
125
2,4 A
3 A
3,2 A
met
de
kabel
van
a
b
L N
a
a
Voedingskabel
b
Servicedeksel met bedradingsschema
c
Kabel gebruikersinterface en transmissiekabel
5 Plastic klem voor kabelbinder: Steek de kabelbinders door de
plastic klemmen en maak ze vast om de kabels vast te leggen.
6 Breng het servicedeksel weer aan.
Voorbeeld van een compleet systeem
1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
a
TO IN/D
TO OUT/D
N
L
N L
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
b
P
P
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
OPMERKING
Aansluiting van groepsbesturing is NIET toegelaten.
de
VOORZICHTIG
▪ Elke binnenunit moet op een aparte gebruikersinterface
worden aangesloten. Alleen een afstandsbediening die
compatibel is met het veiligheidssysteem kan als
gebruikersinterface worden gebruikt. Zie de technische
data
sheet
afstandsbediening (bv. BRC1H52/82*).
▪ De gebruikersinterface moet in dezelfde kamer als de
binnenunit
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Indien afgeschermde kabel wordt gebruikt, sluit de
afscherming alleen aan aan de kant van de buitenunit.
14 Elektrische installatie
P1P2 F1 F2
b
c
N
L
N
L
N
N L
N L
N L
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
1
2
1
2
voor
de
compatibiliteit
worden
geplaatst.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
L
d
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
P
P
1
2
van
de
Zie
de
21