• Zie "Specificeren van het aantal cijfers in het display" voor nadere
informatie.
Achterwege laten van het karakter voor het sluiten
van de haakjes
U kunt één of meerdere karakters ()) voor het sluiten van de haakjes
achterwege laten die aan het eind van een berekening nog volgen
en die zich onmiddellijk voor de =toets bevinden.
Dit is enkel waar in het geval van het lineaire (Linear) formaat.
Voorbeeld: (2 + 3) × (4 – 1) = 15
LINE
k Berekeningen met breuken
Hoe u breuken invoert hangt af van het invoer/uitvoer formaat dat
op het moment geselecteerd is.
Wiskundig
formaat
Lineair
formaat
• Bij de oorspronkelijke default instellingen worden breuken als
onechte breuken aangegeven.
• Resultaten van berekeningen met breuken worden altijd eerst
gereduceerd voordat ze worden weergegeven.
Aanhangsel
2
<#001> — + — = —
3
1
<#002> 3 — + 1 — = 4 — (Breukweergaveformaat: ab/c)
4
4 – 3 — = — (Breukweergaveformaat: ab/c)
• Als het totale aantal cijfers dat gebruikt wordt voor een gemengde
breuk (inclusief integer, noemer, teller en scheidsymbolen) meer
dan tien is, wordt de waarde automatisch weergegeven in het
decimale formaat.
(2+3)*
(4-1=
Onechte breuk
7
3
('7c3)
7 { 3
Noemer
(7'3)
1
7
2
6
2
11
3
12
1
1
2
2
(1'(()2e1c3)
Teller
Integerdeel
D-23
Gemengde breuk
1
2
3
2 { 1 { 3
Noemer
(2'1'3)
Teller