Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meetprincipe - Trotec T660 Bedieningshandleiding

Materiaalvochtigheids-meetapparaat
Verberg thumbnails Zie ook voor T660:
Inhoudsopgave

Advertenties

Actuele instellingen controleren
1. Druk ca. 2 seconden op de rechts/terug-toets (8).
– Op
het
display
meetwaardeweergaven (14, 16) de gewenste instellingen
weergegeven.
Meetwaarde opslaan
Houd er rekening mee dat het opslaan van meetwaarden op het
apparaat zelf niet mogelijk is. Voor het opslaan van meetwaarden
moet het apparaat via een USB-kabel op een PC met de software
MultiMeasure Studio zijn aangesloten.
1. Druk kort op de OK-toets (10).
– De weergegeven meetwaarde wordt opgeslagen in de soft-
ware.
Meer informatie kunt u vinden in de helptekst van de
MultiMeasure Studio software.
USB-interface
Het apparaat kan via de USB-aansluiting (5) worden verbonden
met een PC. Zie hoofdstuk PC-Software op pagina 9.
Uitschakelen
1. Houd de aan/uit-toets (4) ca. 4 seconden ingedrukt, tot een
signaaltoon klinkt.
– Het apparaat wordt uitgeschakeld.

Meetprincipe

De meting gebeurt volgens het diëlektrische meetprincipe
Aanwijzingen m.b.t. het meetprincipe
• De meetresultaten mogen uitsluitend worden gebruikt voor
een oriënterende vochtigheidsmeting.
• Een belangrijke grootheid die van invloed is op de meetwaar-
de is de dichtheid van het meetgoed. Hoe hoger de dichtheid,
hoe hoger de meetwaarde.
• Voor de meting moet de meetlocatie worden ontdaan van
verontreinigingen (bijv. verfresten, stof).
• Bevat het meetgoed metaal (bijv. spijkers, schroeven, leidin-
gen, etc.) en ligt het binnen het meetveld van de sensor, stijgt
de meetwaarde met een sprong.
De meting is dan niet geldig.
NL
worden
op
beide
Bedieningshandleiding – Materiaalvochtigheids-meetapparaat T660
• Wordt de kogelkop in hoeken gehouden (bijv. kozijnen), valt
de meetwaarde ook hoger uit, omdat dan meer materiaal
aanwezig is in het strooiveld van de meetkop. Vanaf de hoek
moet een afstand van meer dan 8 tot 10 cm worden aange-
houden.
• De meetkop (6) tijdens de meting altijd loodrecht op het
meetgoed houden, stevig tegen het te meten oppervlak druk-
ken en niet kantelen.
• Ruwe oppervlakken zorgen altijd voor een lagere meetwaar-
de.
• De indringingsdiepte van het apparaat ligt afhankelijk van de
dichtheid van het meetgoed tussen 20 en 40 mm. Uitspraken
m.b.t. dieper gelegen zones is niet mogelijk.
• Bij materiaaldikten van minder dan 20 mm bestaat het ge-
vaar dat ook de vochtigheidswaarden van aangrenzende ma-
teriaallagen de meetwaarde beïnvloeden.
• Het hoofdtoepassingsbereik van het diëlektrisch meetproces
ligt bij vergelijkende meting bij hetzelfde bouwmateriaal of
dezelfde bouwonderdelen. Daarom is dit proces ook geschikt
voor inspecties bij waterschade en voor het lokaliseren van
lekkages, evenals voor het begrenzen van vochtzones voor
meetlocatiemarkering voor CM-metingen.
Meetwaardebeoordeling bij hout
Het meetresultaat bevindt zich binnen een droog of een verzadi-
gingsbereik.
Verzadigingsbereik betekent dat naast het in het water gebonden
water meer vloeistof aanwezig is. Ontstaat dus een meetwaarde
groter dan 80, is het hout waarschijnlijk doorvochtigd.
Weergave [digit]
< 50 digit
> 80 digit
Omdat de meetwaardeweergaven bij het diëlektrisch meetproces
– afhankelijk van de randvoorwaarden – onderhevig zijn aan
sterke schommelingen, verdient vooral voor het bepalen van
houtvochtigheid een weerstandsmeting de voorkeur.
Houtvochtigheidsbereik
Droog
Grens t.o.v. verzadigingsbereik
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave