Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent RHP Pro Installatiehandleiding pagina 10

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP Pro:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Afhankelijk van de grootte van de kast kan de warmtepompkast tot 3 onafhankelijke circuits bevatten, die elk uit dezelf-
de componenten bestaan (compressor, pijpleiding, kleppen en sensoren). In dergelijke kasten bestaan de koelmiddelspoe-
len (condensor en verdamper) van een warmtepomp ook uit verschillende circuits, die onafhankelijk van elkaar zijn, maar de
hoeveelheid koelmiddel in de afzonderlijke circuits is verschillend. Het model van de warmtepomp, het aantal circuits en de
exacte hoeveelheid koelmiddel staan vermeld op een etiket aan de binnenkant van de kast.
De warmtepomp wordt automatisch geactiveerd wanneer een roterende warmtewisselaar niet in staat is de gewenste
temperatuur te bereiken; en wordt uitgeschakeld zodra de gewenste temperatuur is bereikt. Veelvuldig starten en stoppen
van een warmtepomp kan schade toebrengen aan de compressor, daarom zal de warmtepomp, wanneer er weinig vraag is
naar verwarming/koeling, nog enige tijd blijven draaien nadat de ingestelde temperatuur is bereikt. In dergelijke gevallen
kan de aangevoerde lucht iets warmer (in verwarmingsmodus) of koeler (in koelmodus) zijn dan gewenst; de afgevoerde
temperatuurregelingsmodus zal echter helpen om dergelijke temperatuurschommelingen te verminderen (zie "Gebrui-
kers-instructies").
Een bepaalde luchtstroom is vereist voor de goede werking van een warmtepomp, d.w.z. om een efficiënte warmte-wis-
seling te verzekeren en de druk van het koelmiddel binnen de perken te houden. Wanneer de luchtstroom vermindert,
wordt het vermogen van de warmtepomp beperkt, en wanneer de luchtstroom onder de minimumlimiet daalt, stopt de
compressor tijdelijk. De werking van de warmtepomp wordt pas hervat wanneer de luchtstroom toeneemt; daarom is het
belangrijk met deze luchtvolumes rekening te houden bij het ontwerpen van een ventilatiesysteem of het kiezen van extra
functies:
Minimum luchtstroom en hysteresis
RHP PRO
om de warmtepomp te starten,
afmeting
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Fig. 5. Voorbeeld van het informatie-etiket van een warmtepomp
Minimum luchtstroom en hysteresis
(C5 firmwareversie 2.530 of hoger),
m
/h
3
900 ± 30
1800 ± 60
2700 ± 90
3600 ± 120
5000 ± 175
7000 ± 225
9000 ± 300
10000 ± 350
13000 ± 400
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Air handling unit model / Vėdinimo įrenginio modelis
Heat pump model / Šilumos siurblio modelis
Maximum operating pressure
Maksimalus darbinis slėgis
Refrigerant / Šaltnešis
Number of separate circuits / Atskirų kontūrų skaičius
Quantity of refrigerant / Šaltnešio kiekis
Hermeticaly sealed system / Hermetiška sistema
Contains uorinated greenhouse gases covered by Kyoto Protocol
Sudėtyje yra Kioto protokole nurodytų uorintų šiltnamio efektą sukeliančių dujų
DO NOT VENT INTO ATMOSPHERE / NEIŠLEISTI Į APLINKĄ
R-410A Global Warming Potential (GWP)=1730
R-410A Globalinio šiltėjimo potencialas (GWP)=1730
om de warmtepomp te starten
m
/h
3
300 ± 30
600 ± 60
900 ± 90
1200 ± 120
1600 ± 175
2250 ± 225
3000 ± 300
3200 ± 350
3400 ± 400
RHP PRO 30
P
[bar]
42
max
R410A
1
m
[kg]
5,6
R410A
Minimum luchtstroom om volledige
warmtepompcapaciteit mogelijk te
maken, m
/h
3
1200
2400
3600
4800
7000
9000
12000
14000
16000
RHP PRO_23-03

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave