Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de momenteel beschikbare beeldmodi
niet geschikt zijn voor uw behoeften. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken
(behalve Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2) en de instellingen aanpassen.
1.
Druk op MENU/EXIT om het OSD-menu te openen.
2.
Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3.
Druk op
4.
Druk op
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is
geselecteerd in het submenu-item Beeldmodus.
5.
Druk op
6.
Druk op
de waarde aan met
gebruikersmodi"
7.
Wanneer alle instellingen zijn uitgevoerd, markeert u Instellingen opslaan en drukt
u op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan.
8.
Het bevestigingsbericht 'Instelling opgeslagen' wordt weergegeven.
Wandkleur gebruiken
Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet
wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te
corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde
beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk
op
/
om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak
benadert. U kunt uit verschillende vooraf gekalibreerde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze,
Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de gebruikersmodi
Afhankelijk van het gedetecteerde type signaal en geselecteerde beeldmodus zijn sommige
van de onderstaande functies mogelijk niet beschikbaar. Op basis van uw behoeften kunt u
aanpassingen maken aan deze functies door ze te markeren en op de projector of
afstandsbediening op
Aanpassen Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding.
Hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel
deze knop zo in, dat de zwarte gedeelten van het beeld
gewoon zwart worden weergegeven en dat er nog
details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast.
Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te
stellen nadat u eerder de instelling Helderheid hebt
aangepast overeenkomstig de geselecteerde ingang en
de kijkomgeving.
Aanpassen Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog is,
worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen Tint
/
om Gebruikersmodus 1 op Gebruikersmodus 2 te selecteren.
om Referentiemodus te markeren.
/
om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas
/
. Zie
"De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de
hieronder voor details.
/
te drukken.
+50
+30
0
+30
Bediening 37
+70
-30