Installatie
91
92
L1
L2
2
2
95
Afbeelding 2.10 Kabelaansluiting motor, netvoeding
en aarde voor framegrootte B en hoger
bij gebruik van kabelgoten
2.4.4 Netvoeding aansluiten
•
De kabelgrootte is afhankelijk van de ingangs-
stroom van de frequentieomvormer. Zie
10.1 Vermogensafhankelijke specificaties voor de
maximale kabelgroottes.
•
Volg de nationale en lokale voorschriften ten
aanzien van kabelgroottes op.
•
Sluit de 3-fasige netvoedingskabels aan op klem
L1, L2 en L3 (zie Afbeelding 2.11).
•
Afhankelijk van de configuratie van de apparatuur
zal het ingangsvermogen worden aangesloten op
de voedingsingangsklemmen of de werkscha-
kelaar.
20
VLT
Bedieningshandleiding
93
96
97
99
L3
U
V
W
99
MG20M910 – VLT
®
AQUA Drive
Afbeelding 2.11 Netvoeding aansluiten
•
Aard de kabel overeenkomstig de aangegeven
aardingsinstructies in 2.4.2 Aardingsvereisten.
•
Alle frequentieomvormers kunnen zowel met een
geïsoleerde ingangsbron als met voedingskabels
met een aardreferentie worden gebruikt. Als de
frequentieomvormer stroom ontvangt van een
geïsoleerde netbron (IT-net of zwevende
driehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijde
geaard (geaarde driehoekschakeling), moet u
14-50 RFI-filter instellen op Uit. Bij de instelling Uit
worden de interne RFI-filtercondensatoren tussen
het chassis en de tussenkring geïsoleerd om
beschadiging van de tussenkring te voorkomen
en de aardcapaciteitsstromen te reduceren
overeenkomstig IEC 61800-3.
2.4.5 Stuurkabels
•
Isoleer stuurkabels van hoogvermogencompo-
nenten in de frequentieomvormer.
•
Wanneer de frequentieomvormer in verband met
PELV-isolatie is aangesloten op een thermistor
moet de optionele stuurkabel voor de thermistor
worden versterkt/dubbel worden geïsoleerd. Een
24 V DC-voeding wordt aanbevolen.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss