Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stuurklemfuncties; Jumperklemmen 12 En; Schakelaars Voor Klem 53 En - Danfoss VLT AQUA Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

2.4.5.5 Stuurklemfuncties

De functies van de frequentieomvormer worden
aangestuurd door de ontvangst van stuuringangssignalen.
Elke klem moet worden geprogrammeerd voor
2
2
de functie die via de klem moet worden
aangestuurd. Dit is mogelijk via de parameters
die bij de betreffende klem horen. Zie Tabel 2.4
voor klemmen en bijbehorende parameters.
Het is belangrijk om u ervan te verzekeren dat
een stuurklem is geprogrammeerd voor de juiste
functie. Zie 4 Gebruikersinterface voor meer
informatie over de toegang tot parameters en
5 Programmering van een frequentieomvormer
voor meer informatie over het programmeren.
De standaardprogrammering van de klemmen is
bedoeld om de werking van de frequentieom-
vormer te initiëren in een typische bedrijfsmodus.

2.4.5.6 Jumperklemmen 12 en 27

Er kan een jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13)
en klem 27 om de frequentieomvormer te laten werken op
basis van de in de fabriek ingestelde programmeer-
waarden.
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern vergrendelingssignaal van 24 V DC te
ontvangen. In veel toepassingen sluit de
gebruiker een extern vergrendelingsapparaat aan
op klem 27.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
klem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. Dit zorgt
voor een intern 24 V-signaal op klem 27.
Wanneer er geen signaal aanwezig is, zal de
eenheid niet werken.
Wanneer de statusregel onder aan het LCP de
tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP of Alarm 60, Ext.
vergrendeling bevat, betekent dit dat de eenheid
bedrijfsklaar is, maar dat er een ingangssignaal op
klem 27 ontbreekt.
Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optionele
apparatuur is aangesloten op klem 27 mag u
deze aansluiting niet verwijderen.
24
®
VLT
AQUA Drive
Bedieningshandleiding
®
MG20M910 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

2.4.5.7 Schakelaars voor klem 53 en 54

De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen
worden ingesteld als ingangssignalen voor
spanning (0-10 V) of stroom (0/4-20 mA).
Schakel de voeding naar de frequentieomvormer
af voordat u een schakelaar omzet.
Stel de schakelaars A53 en A54 in voor het
gewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.
De schakelaars zijn bereikbaar wanneer het LCP is
verwijderd (zie Afbeelding 2.20). Bij gebruik van
bepaalde optiekaarten die voor de eenheid
beschikbaar zijn, worden deze schakelaars
afgedekt. Om de schakelinstellingen te kunnen
wijzigen, moet de betreffende optiekaart worden
verwijderd. Schakel de voeding naar de eenheid
altijd af voordat u een optiekaart verwijderd.
Klem 53 is standaard ingesteld voor een
snelheidsreferentie in een regeling zonder
terugkoppeling, ingesteld in 16-61 Klem 53
schakelinstell.
Klem 54 is standaard ingesteld voor een
terugkoppelingssignaal in een regeling met
terugkoppeling, ingesteld in 16-63 Klem 54
schakelinstell.
Afbeelding 2.20 Positie van de schakelaars
voor klem 53 en 54

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave