Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wateraansluiting; Veiligheidsgroep Sbg Aansluiten - Rotex GCU compact Series Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Aanvullende modules
– Rookgasaansluiting op een schachtsysteem (starre uitlaat-
pijp SET E of flexibele uitlaatpijp SET O)
– Rookgasaansluiting voor buitenwandleiding (SET G)
Eventueel moeten extra benodigde concentrische LAS-pijpen
voor grotere dak- of plafondhoogten, eenwandige PP-pijpen voor
schoorsteenhoogten van meer dan 10 m of extra toebehoren
worden besteld.

4.6 Wateraansluiting

De aansluitingen van de ROTEX GCU compact bevinden zich
boven op het toestel of op de voorzijde (
leiding). Verwarmingscircuit en bufferoplading hebben een ge-
meenschappelijke voeding en retourleiding. Het verwarmings-
circuit is af fabriek geïntegreerd en moet niet apart worden aan-
gesloten.
Belangrijke opmerkingen
LET OP!
Als op de warmtewisselaar voor het vullen van de
boiler van het onder druk staand zonne-energiesy-
Alleen
steem (zie afb. 3-3 / afb. 3-6, item 18 + 19) een extern
BIV
verwarmingsapparaat (bijv. houtketel) wordt aange-
sloten, kan door een te hoge aanvoertemperatuur in
deze aansluitingen de ROTEX GCU compact be-
schadigd of vernietigd worden.
De aanvoertemperatuur van het externe verwar-
mingsapparaat op max. 95°C begrenzen.
LET OP!
Als de ROTEX GCU compact op een toevoerleiding
voor koud water wordt aangesloten, waarin buislei-
dingen uit staal zijn gebruikt, kunnen vijlselresten in de
roestvaststalen ribbelpijpen van de warmtewisselaar
terechtkomen en daarin blijven liggen. Dit leidt tot
contact-corrosieschade en zodoende tot lekken.
Toevoerleidingen voor het vullen van de warmte-
wisselaar spoelen.
Vuilfilter inbouwen in de toevoerleiding voor koud
water.
– SAS 1 (
FA ROTEX GCU compact -
Solaris-retour-
15 60 21)
4
x
Montage en installatie
Volgens EN 12828 moet een veiligheidsventiel op de,
of in de onmiddellijke omgeving van de warmtegene-
rator worden gemonteerd, waarmee de maximale toe-
gestane bedrijfsdruk in de CV-installatie kan worden
begrensd. Tussen warmtegenerator en veiligheids-
ventiel mag zich geen hydraulische vergrendeling be-
vinden.
Eventueel uitstromende damp of of eventueel uit-
stromend verwarmingswater moet via een geschikte,
met permanente hellingen uitgevoerde aflaatleiding
vorstbestendig, gevaarloos en waarneembaar kunnen
worden afgevoerd.
Op de ROTEX GCU compact moet een membraanex-
pansievat met voldoende afmetingen en voor de CV-in-
stallatie vooraf ingesteld membraanexpansievat
worden aangesloten. Tussen warmtegenerator en
membraanexpansievat mag zich geen hydraulische
vergrendeling bevinden.
Rotex adviseert voor de hydraulische aansluiting van
de GCU compact de veiligheidsgroep (SGB GCU
compact,
15 70 46) te gebruiken.
Voor drinkwaterleidingen de bepalingen van EN 806 in acht
nemen.
ROTEX GCU compact Vlakbij de plaats van gebruik instal-
leren, zodat geen circulatieleiding nodig is. Als desondanks
een circulatieleiding nodig is, moet deze overeenkomstig het
schema in hoofdstuk 8.1 "Aansluiting hydraulische systeem"
geïnstalleerd worden.

4.6.1 Veiligheidsgroep SBG aansluiten

1.1
1.2
1.3
2.1
2.2
3
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave