5 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
koelingslus geregeld wordt door op afstand bediende
kleppen, is het belangrijk dat dit minimum watervolume
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet in de installatie gegarandeerd is in
alle omstandigheden. Dit minimum debiet is vereist tijdens
ontdooien/back-upverwarming.
overdrukomloopklep die bij de unit is geleverd en respecteer het
minimum watervolume.
Minimum nodig waterdebiet
20 l/min
OPMERKING
Om de juiste werking te garanderen is het aangeraden
over een minimaal debiet van 28 l/min te beschikken
tijdens de productie van warm tapwater.
OPMERKING
Indien glycol in het watercircuit werd toegevoegd en de
temperatuur van het watercircuit is laag, zal het debiet
NIET op het scherm van de gebruikersinterface worden
weergegeven. In dat geval kan het minimum debiet met
een pomptest worden gecontroleerd (controleer of storing
7H NIET op het scherm van de gebruikersinterface wordt
weergegeven).
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer
informatie.
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
inbedrijfstelling" [ 4 26].
tijdens
5.1.2
Vereisten voor tank van derden
In geval van een tank van derden moet de tank aan de volgende
voorwaarden voldoen:
▪ De spoel van de warmtewisselaar van de tank is ≥1,05 m².
▪ De
tankthermistor
moet
warmtewisselaar bevinden.
▪ De boosterverwarming moet zich boven de spoel van de
warmtewisselaar bevinden.
OPMERKING
Rendement. De rendementsgegevens voor tank van
andere leveranciers KUNNEN NIET worden opgeleverd en
KUNNEN ook NIET worden gegarandeerd.
OPMERKING
Configuratie. De configuratie van een tank van een
andere leverancier is afhankelijk van de grootte van de
warmtewisselaarspoel op de tank. Voor meer informatie,
zie de uitgebreide handleiding voor de installateur.
Installatiehandleiding
8
in
elke
ruimteverwarming-/
Gebruik
daartoe
in
alle
of
bepaalde
"8.2 Checklist
zich
boven
de
spoel
van
5.2
De waterleidingen aansluiten
5.2.1
De waterleidingen aansluiten
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de ter
plaatse te voorziene leidingen aansluit en zorg ervoor dat
ze op een lijn liggen. Vervormde leidingen kunnen
storingen in de unit veroorzaken.
de
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
1 Sluit de O-ringen en de afsluiters aan op de wateraansluitingen
van de binnenunit.
2 Sluit de lokale leidingen van de buitenunit aan op de
waterinlaataansluiting (a) van de binnenunit.
3 Sluit de lokale leidingen voor ruimteverwarming/-koeling aan op
de wateruitlaataansluiting (b) voor de ruimteverwarming van de
binnenunit.
b
a
a
Water IN (schroefaansluiting, 1")
b
Water ruimteverwarming UIT (schroefaansluiting, 1")
OPMERKING
de
Overdrukomloopklep (bijgeleverd als accessoire). We
raden aan om de overdrukomloopklep te installeren in het
watercircuit voor ruimteverwarming.
▪ Let op het minimum watervolume bij het kiezen van de
installatielocatie van de overdrukomloopklep (bij de
binnenunit of bij de collector). Zie
watervolume en waterdebiet
▪ Houd rekening met het minimum debiet wanneer u de
overdrukomloopklep instelt. Zie
en waterdebiet
controleren" [ 4 26].
debiet
OPMERKING
Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.
"5.1.1 Het
controleren" [ 4 7].
"5.1.1 Het watervolume
controleren" [ 4 7] en
"8.2.1 Het minimum
EABH/X16DF6V(7)+9W(7)
Daikin Altherma 3 H W
4P644479-1A – 2021.09