Menu "Instellingen"
2e tussenspoelgang
Bij hardnekkige verontreinigingen kunt u
het reinigingsresultaat verbeteren met
een extra tussenspoelgang. Deze func-
tie is niet voor alle programma's be-
schikbaar (zie "Programma-overzicht").
Kies de gewenste instelling en beves-
tig met de toets OK.
Lichtsterkte
De lichtsterkte van de weergave in het
display kan verschillen. Met bovenge-
noemde instelling kunt u 1 van de 7
standen kiezen.
Kies de gewenste lichtsterkte en be-
vestig uw keuze met de OK-toets.
Memory
Met bovengenoemde instelling kunt u
de functie "Memory" inschakelen. Dat
houdt in dat het laatst gekozen pro-
gramma wordt opgeslagen.
Wanneer u de afwasautomaat na afloop
van een programma uitschakelt en
daarna weer inschakelt, brandt niet het
controlelampje van het programma
ECO, maar dat van het laatst gekozen
programma.
Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze met OK.
92
Bijvulcontroles
Wanneer u alleen maar combi-tabs ge-
bruikt, kunt u de controlelampjes voor
het bijvullen van zout en naspoelmiddel
gezamenlijk uitschakelen.
Kies de gewenste instelling en beves-
tig met OK.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Controle zeefcombinatie
In het display verschijnt regelmatig de
melding dat u de zeefcombinatie moet
reinigen. Vanuit de fabriek zijn 50 pro-
gramma's ingesteld.
Met bovengenoemde instelling kunt u
het aantal programma's wijzigen, na af-
loop waarvan u bovenstaande melding
aangegeven wilt zien. Behalve de 50
vanuit de fabriek zijn ook mogelijk 30,
40 of 60 programma's.
Vanuit de fabriek zijn 50 programma's
ingesteld.
Kies het gewenste aantal program-
ma's en bevestig uw keuze met de
OK-toets.