Inhoudsopgave
Advertenties
De printer staat aan, maar ontvangt geen gegevens
Oorzaak
Het indicatorlampje
De bovenklep is niet goed gesloten.
Een ander printerbericht dan
op het bedieningspaneel van de printer.
De interfacekabel is niet juist voor deze
configuratie.
De interfacekabel is niet stevig aangesloten op
de printer en de computer.
De printer is niet juist geconfigureerd.
De interfaceconfiguraties op de
configuratiepagina van de printer passen niet
bij de configuraties op de hostcomputer.
Uw computer werkt niet goed.
De computerpoort waarop de printer is
aangesloten, is niet geconfigureerd of werkt
niet goed.
De printer is niet juist benoemd voor uw
netwerk of Macintosh-computer.
DU
KLAAR
brandt niet.
KLAAR
verschijnt
Oplossing
Druk op
S
om de printer weer in de stand
TART
KLAAR
te zetten.
Sluit de bovenklep stevig.
Zie
Hoofdstuk 8
voor informatie over het
oplossen van problemen.
Selecteer de juiste interfacekabel voor deze
configuratie. Zie
Hoofdstuk 6
informatie over printerinterfaces.
Maak de interfacekabel los en sluit deze weer
aan.
Zie
Hoofdstuk 6
voor configuratie-informatie.
Configureer de printer zodat hij is aangepast
aan uw computerconfiguratie.
Probeer een toepassing te gebruiken waarvan
u de werking goed kent om uw computer te
controleren. In DOS kunt u ook
achter de DOS-prompt typen.
Sluit een ander randapparaat op deze poort
aan en controleer de werking van de poort.
Gebruik het juiste hulpprogramma om de
printer te benoemen op het netwerk. Bij
Macintosh-computers dient u de printer vanuit
het menu Kiezer te benoemen.
voor meer
Dir > Prn
Hoofdstuk 9 199
Advertenties
Inhoudsopgave
