Enveloppen afdrukken bij MODUS
LADE 1=CASSETTE
De beste resultaten met het afdrukken van enveloppen behaalt u als
u lade 1 configureert als
instelt op het juiste envelopformaat in de lade.
1
2
3
Opmerking
Kies voor andere envelopformaten een marge-instelling die met dit
formaat overeenkomt.
4
Enveloppen afdrukken wanneer MODUS
LADE 1=EERSTE
Als lade 1 is geconfigureerd als
kiest u lade 1 of gebruikt u automatische selectie kiezen en drukt u
het bestand af vanuit de softwaretoepassing of het printerstuur-
programma. In deze modus haalt de printer het afdrukmateriaal altijd
uit deze lade, ongeacht het formaat of het soort afdrukmateriaal. Is
uw software niet in staat automatisch de opmaak voor een envelop te
bepalen, volg dan de aanwijzingen voor het instellen van de marges
eerder in dit hoofdstuk op.
DU
Stel op het bedieningspaneel het afdrukformaat voor lade 1 in.
(Zie
'Lade 1 configureren als cassette' op pagina
Geef lade 1 op of selecteer een formaat voor de bron van het
afdrukmateriaal (bijvoorbeeld COM 10 of DL) in het
printerstuurprogramma.
Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor
een envelop kiest, moet u in uw softwaretoepassing of in het
printerstuurprogramma de oriëntatie Liggend opgeven. Neem bij
het instellen van de marges voor het adres van de afzender en de
ontvanger op Commercial #10- of DL-enveloppen de volgende
richtlijnen in acht.
Soort adres
Afzender
Bestemming
Kies in de softwaretoepassing of het printerstuurprogramma de
opdracht Afdrukken.
MODUS LADE 1=CASSETTE
Linkermarge
15 mm
102 mm
MODUS LADE 1=EERSTE
en het formaat
79.)
Bovenmarge
15 mm
51 mm
(standaard)
Hoofdstuk 3 85