Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waarschuwingen Bij Het Omgaan Met Het Klepdeksel; Waarschuwingen Bij Het Omgaan Met De Servicepoort; Voorzorgsmaatregelen Bij Het Aansluiten Van Lokale Leidingen En De Isolatie; Lekkagetest En Vacuümdrogen - Daikin ERQ100A7V1B Montagehandleiding

Met inverter
Verberg thumbnails Zie ook voor ERQ100A7V1B:
Inhoudsopgave

Advertenties

9.4.
Waarschuwingen bij het omgaan met het
klepdeksel
Het klepdeksel is verzegeld op de
plaats die door de pijl wordt
aangegeven.
Zorg dat u het niet beschadigt.
Draai het klepdeksel goed vast nadat u de afsluiter hebt
gebruikt.
Vloeistofleiding
Gasleiding
Ga na het vastdraaien van het deksel na of er koelgaslekkage
voorkomt.
9.5.
Waarschuwingen bij het omgaan met de
servicepoort
Draai het klepdeksel opnieuw vast na de werkzaamheden.
Draaimoment: 11,5~13,9 N•m
9.6.
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
lokale leidingen en de isolatie
Laat de aftakleidingen van de luchtbehandelingsunits en buiten-
units nooit in contact komen met het klemmendeksel van de
compressor.
Wanneer de leidingisolatie van de vloeistofzijde met het deksel
in contact komt, moet u de hoogte aanpassen zoals aangegeven
in de onderstaande afbeelding. Let er ook op dat de lokale
leidingen niet in contact komen met de bouten of buitenpanelen
van de compressor.
Als
de
buitenunit
boven
geïnstalleerd, kan dit het gevolg zijn:
Gecondenseerd
water
luchtbehandelingsunit lopen. Voorkom dit door de afsluiter in
isolatiemateriaal in te pakken.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve
vochtigheid meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal
ten minste 20 mm dik zijn om condensatie aan het oppervlak te
voorkomen.
Isoleer de lokale leiding aan de vloeistof- en de gaszijde en het
koelmiddelaftakpakket.
Blote leidingen kunnen condensatie of brandwonden
veroorzaken wanneer u ze aanraakt.
(De leiding aan de gaszijde kan temperaturen tot ongeveer
120°C bereiken; werk dus met isolatiemateriaal dat tegen
dergelijke temperaturen bestand is.)
1
2
3
Montagehandleiding
9
Draaimoment
13,5~16,5 N•m
22,5~27,5 N•m
de
luchtbehandelingsunit
op
de
afsluiter
kan
naar
1
Compressor
4
2
Klemmendeksel
3
Lokale binnen- en
buitenleiding
4
Kurk, enz.
4
5
Isolatiemateriaal
(lokaal te voorzien)
5
6
Bouten
A
Wees voorzichtig
5
met aansluitingen
van leidingen,
6
bouten en het
buitenpaneel
A
9.7.
Lekkagetest en vacuümdrogen
De units zijn in de fabriek gecontroleerd op lekken.
Zie
afbeelding 6
en
"Bijvullen van extra koelmiddel" op pagina 9
de benaming van de onderdelen in afbeelding 6.
Controleer of de afsluiters van de gas- en vloeistofleidingen
goed gesloten zijn vóór een druktest of het vacuümzuigen.
Zorg dat klep A volledig open staat.
Luchtdichtheid testen en vacuümdrogen
Luchtdichtheid testen: Gebruik uitsluitend stikstofgas. (Raad-
pleeg
"9.2. Waarschuwingen bij het omgaan met de afsluiter" op
pagina 8
voor informatie over de plaats van de servicepoort.)
Zet de vloeistof- en gasleidingen onder druk tot 4,0 MPa (40 bar)
(niet meer dan 4,0 MPa (40 bar)). Als de druk binnen 24 uur niet
is gedaald, heeft het systeem de test doorstaan. Controleer
waar stifstof weglekt wanneer de druk wel is gedaald.
Vacuümdrogen: Gebruik een vacuümpomp die het systeem tot
–100,7 kPa (5 Torr, –755 mm Hg) kan leegpompen.
1. Pomp het systeem met een vacuümpomp via de vloeistof-
en gasleidingen langer dan 2 uur vacuüm en breng het
systeem op een onderdruk van –100,7 kPa. Houd het
systeem langer dan 1 uur onder deze conditie en controleer
hierna of de vacuümmeter al of niet is gestegen. Als de druk
is gestegen, kan het systeem vocht of lekkages bevatten.
2. Ga als volgt te werk als er mogelijk vocht in de leidingen is
achtergebleven
regenseizoen of over een langere periode zijn aangelegd,
kan tijdens de werkzaamheden regenwater in de leidingen
zijn binnengedrongen).
Breng het systeem na de 2 uur vacuümpompen met stikstofgas
op een druk van 0,05 MPa (door het vacuüm te verbreken) en
pomp het systeem vervolgens met de vacuümpomp gedurende
1 uur opnieuw vacuüm tot –100,7 kPa (vacuümdrogen). Als het
systeem niet binnen 2 uur tot –100,7 kPa kan worden
vacuümgepompt, herhaalt u de procedure van het verbreken
is
van het vacuüm en het vacuümdrogen.
Laat het systeem hierna 1 uur op het vacuüm staan en
de
controleer of de vacuümmeter niet is gestegen.
10. B
IJVULLEN VAN EXTRA KOELMIDDEL
Het systeem kan niet met koelmiddel worden gevuld
voordat de lokale bedrading is voltooid.
Er mag enkel koelmiddel worden gevuld nadat een
lekkagetest is uitgevoerd en het systeem is ontlucht
(zie hierboven).
Let op dat de maximum toegestane vulling niet wordt
overschreden. Anders bestaat gevaar voor een
vloeistofslag.
Het vullen met een ongeschikte stof kan een explosie
of een ander ongeluk veroorzaken. Zorg er dus altijd
voor dat het juiste koelmiddel (R410A) wordt gebruikt.
Koelmiddelvaten moeten langzaam worden geopend.
Draag
beschermende handschoenen en bescherm uw ogen.
Wanneer op de unit onderhoud wordt uitgevoerd
waarbij
geopend, moet het koelmiddel conform de plaatselijke
voorschriften worden afgevoerd.
Wanneer de voeding is ingeschakeld, sluit
dan het voorpaneel als u van de unit
weggaat.
(wanneer
de
leidingen
bij
het
vullen
van
koelmiddel
het
koelmiddelsysteem
Condensorunit met inverter
4PW51321-1B – 2018.04
voor
tijdens
het
altijd
moet
worden
ERQ100~140A7V1B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Erq125a7v1bErq140a7v1b

Inhoudsopgave