Systeeminstellingen
Selecteer
> Algemene instellingen > Systeem.
Geluiden en scherm: Hiermee past u de weergave-instellingen en de audio-instellingen aan (indien beschikbaar).
Satellietpositionering: Hier vindt u informatie over GPS-satellieten en -instellingen.
Systeeminformatie: Geeft informatie over de toestellen in het netwerk en de softwareversie.
Automatisch inschakelen: Hiermee regelt u welke toestellen automatisch worden ingeschakeld als stroom
wordt toegevoerd.
Automatisch uitschakelen: Hiermee wordt het systeem automatisch uitgeschakeld als het gedurende de
geselecteerde periode in de slaapstand staat.
Simulator: Schakelt de simulator in of uit en biedt u de mogelijkheid de tijd, datum, snelheid en gesimuleerde
locatie in te stellen.
Scherm- en geluidsinstellingen
Selecteer
> Algemene instellingen > Systeem > Geluiden en scherm.
Zoemer: Schakelt het signaal in en uit dat afgaat voor alarmen en selecties.
Schermverlichting: Hiermee kunt u de helderheid van de schermverlichting instellen.
Synchronisatie schermverlichting: Synchroniseert de helderheid van de schermverlichting van andere
kaartplotters en instrumenten in het station.
Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of nachtkleuren weergeeft. U kunt de optie Auto selecteren
om het toestel automatisch te laten overschakelen naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.
Beginafbeelding: Hiermee stelt u de afbeelding in die wordt weergegeven als u het toestel inschakelt.
Instellingen voor satellietpositie (GPS)
OPMERKING: GPS-instellingen en -informatie zijn alleen beschikbaar wanneer het roerbedieningstoestel is
verbonden met een GPS-antenne of een toestel met GPS-functionaliteit.
Selecteer
> Algemene instellingen > Systeem > Satellietpositionering.
Skyview: Geeft de relatieve positie van GPS-satellieten aan de hemel weer.
GLONASS: Schakelt GLONASS gegevens (Russisch satellietsysteem) in of uit. Als het systeem wordt gebruikt
in situaties met slecht hemelzicht, kunnen GLONASS gegevens worden gebruikt in combinatie met GPS om
nauwkeurigere positie-informatie te leveren.
WAAS/EGNOS: Schakelt WAAS gegevens (in Noord-Amerika) of EGNOS gegevens (in Europa) in of uit om
nauwkeurigere GPS-positiegegevens te verkrijgen. Het toestel kan meer tijd nodig hebben om satellieten te
vinden wanneer u WAAS/EGNOS gegevens gebruikt.
Galileo: Schakelt Galileo gegevens (EU satellietsysteem) in of uit. Als het systeem wordt gebruikt in situaties
met slecht hemelzicht, kunnen Galileo gegevens worden gebruikt in combinatie met GPS om nauwkeurigere
positie-informatie te leveren.
Snelheidsfilter: Berekent gedurende korte tijd de gemiddelde snelheid van uw schip om de snelheidswaarden te
verscherpen.
Bron: Hiermee kunt u de voorkeursbron voor GPS-gegevens instellen.
Informatie over systeem en software weergeven
U kunt de softwareversie en het toestel-id-nummer bekijken. U hebt deze gegevens mogelijk nodig om de
systeemsoftware bij te werken of om problemen op te lossen.
Selecteer
> Algemene instellingen > Systeem > Systeeminformatie > Softwaregegevens.
Het gebeurtenislog weergeven
In het logboek wordt een lijst met systeemgebeurtenissen weergegeven.
Selecteer
> Algemene instellingen > Systeem > Systeeminformatie > Gebeurtenislog.
Toestelinstellingen en -voorkeuren
11