Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 – SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Non-Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1
5.4.
Accessoires voor de elektrische aansluiting (optie)
5.4.1 Besturingseenheid op wandbeugel
Let voor aansluiting
op het volgende
24
De besturingseenheid kan ook los van de aandrijving op een wandbeugel wor-
den geplaatst.
.
.
Toepassing
Bij een moeilijk bereikbaar gemonteerde aandrijving/besturingseenheid
Indien de afsluiter aan intensieve trillingen onderhevig is
Montage
Afbeelding 16
1
Wandbeugel
2
Aansluitkabels
.
.
Toelaatbare lengte van de aansluitkabels: max. 100 m.
Toelaatbare lengte van de aansluitkabels indien de aandrijving en de bestu-
.
ringseenheid op een later tijdstip worden gescheiden: max. 10 m.
.
Wij adviseren: AUMA kabelset LSW21-KES of LSW22-KP.
Indien geen AUMA kabelset gebruikt wordt dient tevens het volgende in
acht genomen te worden:
–
Geschikte, flexibele en afgeschermde aansluitkabels gebruiken.
–
Voor MWG een aparte, CAN-geschikte datakabel met een karakter-
istieke impedantie van 120 Ohm toepassen (bijv. UNITRONIC BUS-FD P
CAN UL/CSA – 2 x 2 0,5 mm², fa. Lapp Benelux, Waalre).
–
Aansluiten van de datakabel: XM2-XA2 = CAN L, XM3-XA3 = CAN H.
–
Voedingsspanning MWG, indien AUMATIC met wandbeugel is besteld
en geleverd: XM6-XA6 = GND, XM7-XA7 = + 24 V DC (zie schakel-
schema).
–
Voedingsspanning MWG, indien AUMATIC op een later tijdstip van de
aandrijving is gescheiden: XM6-XA6 = GND, XM11-XA117 = + 5 V DC
.
(zie schakelschema).
Indien aansluitkabels, bijv. van de verwarming, aanwezig zijn, die direct van
de aandrijving naar de klantstekker XK doorverbonden zijn (XA-XM-XK,
zie schakelschema), dan moet deze bekabeling een isolatietest volgens
EN 50178 ondergaan.
De aansluitkabels van de MWG mogen niet aan een isolatietest worden
onderworpen.
Bedieningsinstructies
3
Elektrische aansluiting wandbeugel (XM)
4
Elektrische aansluiting aandrijving (XA)
5
Elektrische aansluiting besturing (XK)