N.B.: Tekst invoeren is niet mogelijk als er niets kan worden opgeslagen.
-
"1 t/m 8", Handmatige test uitvoeren: Selecteer met de juiste cijfertoets uit de
tabel een bepaalde test of selecteer met de cursortoetsen de gewenste
optie.
Na de selectie van de test toont het testapparaat een scherm waarin
testparameters kunnen worden ingesteld. Zie hiervoor paragraaf 5.2.
Afzonderlijke instellingen kunnen worden gewijzigd als het pictogram
omgekeerd wordt getoond.
Selecteer met de linker- en rechtercursortoetsen een veld op het schermbeeld.
Verander vervolgens met de cursortoetsen omhoog en omlaag de variabele in
het geselecteerde veld. Als het verbindingspictogram knippert kunnen
instellingen niet meer worden gewijzigd. Start de test door op de Entertoets te
drukken.
In de handmatige modus kunnen er geen opties voor het
afbreken van de test worden gekozen; de tester zal de test
stoppen en naar het selectie overzicht gaan. De afgebroken
De nummers verwijzen naar soorten tests en niet naar de
werkelijke volgorde waarin deze op het scherm verschijnen.
Instellingen voor een test kunnen niet worden gewijzigd als die
test vanuit een toestelsequentie uitgevoerd is. Bijvoorbeeld:
Na de selectie van "MAAK NUMMER TESTOBJECT" kunnen
beschermingsleidingtest worden gewijzigd, waarna alle
volgende beschermingsleidingtests met dezelfde instellingen
test zal niet worden opgeslagen.
alleen de randaardingsinstellingen bij de eerste
worden uitgevoerd.
37
LET OP:
LET OP:
LET OP:
Rev 007