INLEIDING PAKLIJST UITLEG OVER DE SENSOCARD METER BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN TECHNISCHE GEGEVENS SENSOCARD METERS ZIJN VOOR PLASMA GEIJKTE APPARATEN DE ONDERDELEN VAN DE SENSOCARD METER DE TESTSTRIP Inbrengen en gebruik van de teststrip VOORDAT U GAAT METEN AFNAME VAN EEN BLOEDMONSTER...
Pagina 4
PC-MODUS KIEZEN VAN DE MEETEENHEID (mmol/l of mg/dl) OPGESLAGEN GEGEVENS UIT HET GEHEUGEN WISSEN VERVANGEN VAN DE BATTERIJ ONDERHOUD CONTROLE VAN HET SENSOCARD SYSTEEM Controle met controlestrip Controle met CareSens oplossing FOUTMELDINGEN EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN GARANTIE VAN DE FABRIKANT...
BELANGRIJK - LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door voordat u uw bloed test met het SensoCard bloedglucosecontrolesysteem. Raadpleeg altijd uw arts of diabetesverpleegkundige. Dit advies geldt voor alle bloedglucosecontrolesystemen. Gebruik het apparaat altijd uitsluitend voor het doel dat in deze handleiding beschreven is.
Neem er de tijd voor om met uw SensoCard meter vertrouwd te raken zodat u er optimaal gebruik van maakt. Lees de instructies in deze handleiding en zorg ervoor dat u ze begrijpt voordat u de meter in gebruik neemt.
Alle onderdelen zijn microbiologisch schoon UITLEG OVER DE SENSOCARD METER De SensoCard geeft de bloedglucoseconcentratie aan door de reactie tussen chemische reagentia en de bloeddruppel op de teststrip te controleren. Door de reactie ontstaat in de reactiezone van de teststrip een elektrisch stroompje, dat naar de meter wordt doorgeleid.
LCD-scherm (zie het hoofdstuk “Foutmeldingen en oplossen van problemen”). De SensoCard slaat de meetgegevens samen met de datum en het tijdstip van meten automatisch op. De geheugencapaciteit is voldoende om de gegevens van de laatste 500 tests op te slaan.
Pagina 9
Als dat niet het geval is, moet u die code in de meter invoeren (zie het hoofdstuk “Instellen van de stripcode”). ■ De SensoCard meter is alleen geijkt voor gebruik met vers capillair bloed. Bloed uit een ader of plasma is niet geschikt voor nauwkeurige controle van de glucosespiegel.
Voor het gehele meetbereik worden de volbloeduitslagen dus vervangen door het equivalent daarvan in plasma. Op die manier kan de SensoCard de glucoseconcentratie in plasma weergeven terwijl er voor de test volbloed is gebruikt. Het is belangrijk te weten dat de SensoCard uitsluitend volbloed test. Om plasma-uitslagen te krijgen, rekent de SensoCard de uitslag van de test met volbloed om naar glucosewaarden in plasma.*...
DE ONDERDELEN VAN DE SENSOCARD METER 1. OK-toets 5. Gleuf van de striphouder 2. Omhoog-toets 6. Gleuf voor de codekaart 3. Omlaag-toets 7. Batterijvak 4. Scherm 8. IR-uitgang voor gegevensoverdracht...
1. Platte draadgeleider 2. Reactie/reagentia zone De SensoCard meter is UITSLUITEND bestemd voor gebruik in vitro met SensoCard teststrips. Met geen enkele andere strip krijgt u een nauwkeurige uitslag. Controleer altijd of de uit 3 karakters bestaande code op het flesje met strips dat u gebruikt, overeenkomt met de uit 3 karakters bestaande code die u in de meter hebt ingevoerd.
De SensoCard testrips zijn gevoelig voor beschadiging door warmte en mechanische beschadiging - gebruik de strips niet als daar kans op is. Bewaar de strips altijd in de originele verpakking en sluit het flesje weer als u er een strip uit hebt gehaald.
Inbrengen en gebruik van de teststrip De strip moet in de gleuf van de striphouder van de meter worden gestoken met de zwarte kant naar boven en het vierkante uiteinde naar voren. De meter gaat automatisch aan als er een strip wordt ingestoken.
Materiaal op de huid: altijd handen wassen en goed afdrogen voordat u een bloedmonster afneemt en de SensoCard gebruikt. Was uw handen met warm water, dat stimuleert meteen de bloeddoorstroming. Als u problemen ondervindt bij het verkrijgen van een bloedmonster, laat dan uw arm omlaag hangen voordat u in uw vinger prikt omdat dat de bloeddoorstroming ook kan bevorderen.
Lees de gebruiksaanwijzing van het prikapparaat voordat u dit gaat gebruiken! ■ Als uw vinger niet schoon is of als er te weinig bloed op de teststrip wordt aangebracht, kan de testuitslag onnauwkeurig zijn. INSTELLEN VAN DE STRIPCODE Uw SensoCard meter en SensoCard teststrip vormen samen een nauwkeurig meetsysteem.
Pagina 18
Om ervoor te zorgen dat de meter en de strips goed samenwerken, moet de SensoCard meter worden gecodeerd voor de strips die u op dat moment gebruikt. Coderen betekent het invoeren in de meter van de codewaarde die aan elk afzonderlijk flesje met teststrips is toegekend.
Instellen van de stripcode met de codekaart Zet de meter aan (met de OK-toets of door een SensoCard teststrip in de striphouder te steken). Na het eerste volledige venster verschijnt de actuele codewaarde in het LCD-scherm. In beeld verschijnen een grote uit 3 karakters bestaande alfanumerieke waarde, de tekst ‘CODE’...
Pagina 20
Druk op de Omlaag-toets op de rechterkant van de meter om de functie ‘Code instellen’ te openen. Er verschijnt een simpele animatie op het scherm waarbij u de codekaart in de daarvoor bestemde gleuf links onderin de meter moet steken. codekaart moet met een vlotte ononderbroken beweging in de codekaartgleuf gestoken en er weer uit gehaald worden.
Pagina 21
De meter keert automatisch terug naar het testvenster, waar de zojuist ingevoerde code wordt weergegeven zodat duidelijk is dat deze in de SensoCard is opgeslagen. De meter is nu klaar voor een bloedglucosetest met de nieuwe codewaarde. Klaar om te meten! Waarschuwing! De SensoCard wacht 60 seconden op het insteken van de codekaart.
Handmatig instellen van de stripcode Als de codekaart ontbreekt of beschadigd is, kunt u de stripcode handmatig instellen. De beschikbare codewaarden liggen tussen 1 en UU6. De karakters die kunnen worden gebruikt liggen tussen 0 en U (18 unieke waarden: 0,1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, A, C, E, F, H, L, P, U). De waarde van het derde karakter kan alleen tussen 0 en 6 liggen als de eerste twee karakters ‘U’s zijn.
Pagina 23
De codewaarde kan nu karakter voor karakter worden ingesteld. Nu deze menufunctie geopend is, kunt u de waarde van het eerste karakter veranderen met de Omhoog- en Omlaag-toets. Door de OK-toets in te drukken wordt het eerste karakter vastgelegd en gaat het tweede karakter knipperen.
Controleer of alles klaar ligt wat u nodig hebt voordat u met testen begint: de meter, de teststrip, het prikapparaat, een paar doekjes. Leg uw meter op een schoon plat oppervlak. Was uw handen grondig. Zet de SensoCard aan door de teststrip in de daarvoor bestemde striphouder te steken of door op de OK-toets te drukken.
Pagina 25
LCD-scherm, wat aangeeft dat de meter op een druppel bloed wacht. Opmerking: De SensoCard kan ook worden aangezet door er een teststrip in te steken. Prik uw vinger aan en knijp er voorzichtig een klein bloed- druppeltje uit (0,5 µl is genoeg).
Pagina 26
De strip mag tijdens het meten niet worden bewogen of aangeraakt. Een test duurt gemiddeld 5 seconden. De SensoCard geeft de uitslag (de bloedglucosespiegel) na 5 seconden weer. Nadat de uitslag verschenen is, kan deze met de Omhoog- of Omlaag-toets worden gemarkeerd.
Pagina 27
Tijdens het testen controleert de SensoCard een uitgebreide reeks verschillende parameters. Als zich tijdens die controle een probleem voordoet, geeft de SensoCard een foutmelding weer, bestaande uit een ‘E’ en een cijfer of letter, om eventuele fouten aan te duiden. Deze en andere...
Pagina 28
Waarschuwing! ■ Onjuiste hoge of lage uitslagen kunnen ernstige medische gevolgen hebben. Als uw bloed- glucosespiegel ongewoon hoog (hoger dan 16 mmol/l) of laag (lager dan 3 mmol/l) is of als u aan de uitslag twijfelt, herhaal de test dan nog zorgvuldiger met een nieuwe strip. Raadpleeg uw arts of diabetesverpleegkundige voordat u iets aan uw diabetesmedicatie verandert.
Opslaan van gegevens De SensoCard meter slaat automatisch alle testuitslagen op wanneer de meter uitgeschakeld wordt. Als het geheugen vol is, wordt de oudste uitslag verwijderd en de nieuwe uitslag toegevoegd. Foutieve uitslagen of controletestuitslagen kunnen worden gemarkeerd en worden dan niet meegenomen bij de berekening van het gemiddelde glucosegehalte van de laatste 7, 14 of 28 dagen.
U opent de GEHEUGEN-modus door de meter aan te zetten en dan op de Omhoog-toets aan de rechterkant van de SensoCard te drukken. De uitslag van de laatste test verschijnt op het scherm. De datum en het tijdstip van de test verschijnen in de bovenste regel van het scherm.
Berekening van gemiddelden De SensoCard kan het gemiddelde glucosegehalte van de laatste 7, 14 of 28 dagen berekenen. Bij de berekening van het gemiddelde worden alle testuitslagen uit de gekozen periode van 7, 14 of 28 dagen gebruikt, behalve de gemarkeerde uitslagen. Deze functie is echter alleen nauwkeurig als de datum en tijd exact zijn ingesteld.
INSTELLEN VAN DATUM EN TIJD De SensoCard meter wordt overal ter wereld gebruikt en kan daarom op een 12-uursklok of een 24-uursklok worden ingesteld. De meter herkent geen schrikkeljaren.
Pagina 33
Zet de meter aan met de OK-toets en houdt de toets ingedrukt. Kies het menu voor het instellen van de tijd door de OK-toets los te laten wanneer ‘SEt’ en het klokpictogram in beeld verschijnen. Nadat u dit menu geopend hebt, worden alleen de uren linksboven in het venster weergegeven.
(PC). Voor het overbrengen van gegevens is een adapter, de LiteLink IR-adapter, nodig om de verbinding voor het uitwisselen van gegevens tussen de SensoCard meter en de PC tot stand te brengen. De LiteLink adapter voor het overbrengen van gegevens van de SensoCard naar een computer (inclusief de benodigde software) kan als optie geleverd worden.
Pagina 35
‘PC’ in beeld verschijnt. Laat de toets los. Richt het IR-interface van de LiteLink adapter op de IR-uitgang van de SensoCard meter. Start het overbrengen van gegevens door op de Omhoog- of de Omlaag-toets van de SensoCard te drukken. Wanneer de gegevensoverdracht voltooid is, wordt de meter...
KIEZEN VAN DE MEETEENHEID (mmol/l – mg/dl) De SensoCard meter kan testuitslagen op twee manieren (meeteenheden) weergeven: mmol/l of mg/dl. Neem contact op met uw arts of diabetesverpleegkundige om na te gaan welke eenheid bij u wordt gebruikt. Opmerking: Als de meeteenheid wordt veranderd, heeft dat geen invloed op de testuitslagen maar alleen op de manier waarop de uitslagen worden weergegeven.
Pagina 37
Nadat u dit menu geopend hebt, verschijnt alleen de meeteenheid in beeld die op dat moment gebruikt wordt. U schakelt met de Omhoog- en Omlaag-toets heen en weer tussen de twee keuzemogelijkheden (mmol/l en mg/dl). Wanneer de gewenste eenheid in beeld is, slaat u de instelling op door op de OK-toets te drukken.
OPGESLAGEN GEGEVENS UIT HET GEHEUGEN WISSEN Alle gegevens kunnen in de dEL-modus uit het geheugen worden gewist. Na het wissen wordt de meter op standaard instellingen ingesteld (ingesteld door de fabrikant: ! 5,4 mmol/l). Zet de meter aan met de OK-toets en houdt deze toets ingedrukt tot ‘dEL’...
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ De SensoCard meter werkt op één knoopcelbatterij, type CR2032. Deze batterij is goed voor ongeveer 1500 tests en gaat normaliter tenminste een jaar mee. Let op! De SensoCard meter werkt op één knoopcelbatterij, type CR2032. Het gebruik van andere...
Pagina 40
Als er na het verschijnen van het batterijpictogram meer dan 10 tests zijn uitgevoerd, verschijnt de foutmelding ‘E-6’ op het scherm als de meter wordt ingeschakeld. Dat betekent dat u pas weer tests kunt uitvoeren nadat de batterij vervangen is. Belangrijk! Zet de meter uit tijdens het vervangen van de batterij.
OK-toets ongeveer 10 seconden ingedrukt en breng dan de batterij weer aan. ■ Als de batterij binnen 60 seconden weer wordt aangebracht, vergeet de SensoCard de datum- en tijdinstelling niet. De datum en tijd worden na 60 seconden teruggezet.
CONTROLE VAN HET SENSOCARD SYSTEEM Na elke onderhoudsbeurt is het raadzaam te controleren of de meter nauwkeurig werkt. Een controletest van de SensoCard kan worden uitgevoerd met de meegeleverde controlestrip of met CareSens controlevloeistof. CareSens controlevloeistof kan door de gebruiker (tegen betaling) bij de importeur/distributeur worden verkregen (het juiste adres en telefoonnummer van de importeur/distributeur staan achterin deze gebruiksaanwijzing vermeld).
Steek de controlestrip (meegeleverd met de SensoCard) in de striphouder met de aanduiding ‘Check’ naar boven. De meter voert een test uit en geeft de uitslag van de controle weer.
Pagina 44
Als de weergegeven waarde binnen het gegeven bereik ligt (dit bereik staat op het zakje van de controlestrip), dan werkt de meter naar behoren. Verwijder de controlestrip en zet de meter uit. Als de uitslag van de controletest niet binnen het gegeven bereik ligt, moet u nog een controletest uitvoeren.
Vergelijk de weergegeven codewaarde met de codewaarde op het flesje met SensoCard teststrips. Als de codewaarden niet gelijk zijn, voer dan de juiste codewaarde in voordat u verder gaat (zie het hoofdstuk ‘Instellen van de stripcode’...
Pagina 46
(mmol/l of mg/dl). Controleer of de weergegeven uitslag binnen het bereik ligt van de L1- of de L2-waarde op het etiket van het flesje met SensoCard teststrips. Als de uitslag binnen het bereik ligt, werkt de meter...
FOUTMELDINGEN EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Tijdens het gebruik van de SensoCard meter kunnen soms foutmeldingen op het LCD-scherm verschijnen. Deze meldingen bestaan uit de letter ‘E’ gevolgd door een cijfer of een letter. Deze foutmeldingen kunnen worden veroorzaakt doordat u iets niet goed hebt gedaan of door een probleem met de meter.
Pagina 48
Belangrijk! Ga niet door met testen als er een foutmelding wordt weergegeven! In dit hoofdstuk staan de foutmeldingen vermeld en worden de betekenis en de mogelijke oorzaak uitgelegd. Het apparaat werkt niet ■ De batterij is leeg en moet worden vervangen. ■...
Pagina 49
Herhaal de test met een nieuwe teststrip! Foutmelding E-5 ■ De meter wordt gestoord door een krachtig elektromagnetisch veld (bijvoorbeeld van een mobiele telefoon). Herhaal de test. ■ De meter is beschadigd. Controleer de meter met de controlestrip, zie het hoofdstuk ‘Controle van het SensoCard systeem’.
Pagina 50
Foutmelding E-6 ■ De batterij is bijna leeg Vervang de batterij. Foutmelding E-7 ■ Er is niet genoeg bloed op de strip aangebracht. Herhaal de test met een grotere bloeddruppel. Foutmelding E-8 ■ De test is niet goed uitgevoerd. Herhaal de test met een nieuwe teststrip en voer elke stap extra zorgvuldig uit.
Pagina 51
De SensoCard kan de omgevingstemperatuur controleren. Als het apparaat een omgevings- temperatuur meet die afwijkt van de bedrijfstemperatuur, verschijnt er een foutmelding: ■ Een pijl naar beneden in combinatie met foutmelding E-9 duidt op een te lage temperatuur (lager dan 15°C).
Pagina 52
De uitslag knippert ■ Als de temperatuurgradiënt te hoog is, blijft de SensoCard werken maar wordt de uitslag knipperend weergegeven. Dit duidt op abnormale bedrijfsomstandigheden. Wees voorzichtig met deze uitslagen, ze kunnen onjuist zijn. Het apparaat toont constant “Lo” ■...
GARANTIE VAN DE FABRIKANT 77 Elektronika Kft. garandeert dat de SensoCard bloedglucosemeter gedurende drie jaar vanaf de datum van aanschaf vrij blijft van materiaal- en fabricagefouten. De garantie vervalt als het apparaat verkeerd gebruikt of slecht onderhouden is of als er ongeautoriseerde veranderingen in zijn aangebracht.