Hoofdstuk 2: Installatie
8. Sluit de kabels aan.
Sluit de krimptype BNC-stekker van de video-uitgang aan op de coaxiale
videokabel van een monitor (optioneel).
Sluit de Ethernet-kabel aan op een netwerk.
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsbron.
Waarschuwing: Na de installatie voert de PTZ-module een PTZ-zelftest uit
en wordt deze geïnitialiseerd tijdens het opstarten. Raak de camera NIET aan
en beweeg deze niet tijdens het uitvoeren van de zelftest en de initialisatie.
9. Configureer de domecamera voor de juiste locatie.
Ga als volgt te werk om de verzonken gemonteerde camera's te installeren:
1. Bereid het montageoppervlak voor.
Markeer de positie en de grootte van de kabeldoorvoeropening van de
behuizing op het verlaagd plafond. De grootte van de opening moet tussen
Ø192 mm en Ø 194 mm zijn. Breng de opening aan. Zorg ervoor dat de
faciliteitskabels (Ethernet en voeding, en indien van toepassing, alarm, relais,
audio en analoge video) voor de dome zijn voorbereid.
Opmerking: Het montageoppervlak moet ten minste 5 kg (11 lb.) kunnen
dragen.
2. Schroef de bol los van de camera en verwijder de beschermtape van de
PTZ-module.
3. Druk op de twee palletjes aan weerszijden van de PTZ-module en verwijder
de module van de camerabehuizing. Zorg ervoor dat de modulekabels nog
steeds uit de kabelopeningen aan de bovenkant van de behuizing lopen.
Opmerking: Indien ingangs-/uitgangsrelais voor alarm en audio worden
gebruikt, sluit u ze aan op de PCB van de module en leidt u de kabels door
de kabelopening aan de bovenkant van de behuizing. Zie "Aansluitingen" op
pagina 11 voor meer informatie over de alarmcontacten.
4. Installeer de behuizing.
Pas de hoogte van de twee palletjes van de behuizing aan door de schroef
waaraan ze zijn bevestigd te verdraaien. De afstand (h) van de palletjes tot
de behuizingring moet groter zijn dan de dikte van het plafond.
Palletjes van de behuizing
8
Schroef
UltraView IP PTZ 36X‑camera Gebruikershandleiding