Hoofdstuk 4: Camera instellen
Cameraconfiguratie
In deze sectie wordt beschreven hoe u de camera-instellingen kunt aanpassen in
het venster Channel Parameters (Kanaalparameters). Er zijn acht submappen
die hieronder worden beschreven:
•
Display settings (Display-instellingen): Hier wordt gedefinieerd hoe de
naam en datum/tijd op het scherm worden weergegeven. Standaard wordt de
naam in de rechter benedenhoek van het scherm weergegeven en de
datum/tijd bovenaan. Zie "Weergave-informatie" op pagina 25 voor meer
informatie.
•
Video settings (Video-instellingen): Hier wordt gedefinieerd hoe de camera
een gebeurtenis opneemt. Streamingmodus, streamingtype, resolutie,
beeldkwaliteit, bitsnelheid en videocompressie kunnen allemaal worden
aangepast. Zie "Video-opnameparameters" op pagina 26 voor meer
informatie.
Schedule recording (Opname plannen): Hier kunt u plannen wanneer de
•
camera moet opnemen. "Een opnameschema definiëren" op pagina 28.
•
Motion Detection (Bewegingsdetectie): Hier kunt u het schermgebied
waarbinnen een reactie wordt geactiveerd, het detectieschema en de
reactiemethode definiëren. Zie "Motion Detection (Bewegingsdetectie)" op
pagina 39.
•
Video tampering (Beeldmanipulatie): Hier kunt u het schermgebied
waarbinnen een reactie wordt geactiveerd, het detectieschema en de
reactiemethode definiëren. Zie "Camerasabotagealarm" op pagina 31.
•
Text overlay (Tekst op beeld): Hier kunt u maximaal vier regels extra tekst
op het scherm definiëren. Deze tekst kan op een willekeurige plaats worden
gezet. Zie "Extra tekst op het scherm toevoegen" op pagina 32.
•
Camera settings (Camera-instellingen): Hiermee definieert u de
parameters voor beeldkwaliteit en gedrag van de camera, zoals sluitertijd,
diafragmamodus, dag-/nachtmodus, beeld spiegelen en witbalans. Zie
"Camerabeeldinstellingen" op pagina 33.
•
Reset image (Beeld opnieuw instellen): Hiermee stelt u de camera-
instellingen in op de eerder geconfigureerde en opgeslagen waarden. Zie
"Camera-instellingen opnieuw instellen" op pagina 37.
Restore image (Beeld herstellen): Hiermee herstelt u de
•
fabrieksinstellingen van de camera. Zie "Camera-instellingen" op pagina 37.
Alle gemaakte wijzigingen gelden alleen voor de camera die wordt
geconfigureerd. Parameters kunnen niet naar een andere camera worden
gekopieerd.
Opmerking:
Wanneer schemaparameters zijn gewijzigd, wordt u gevraagd de
computer opnieuw op te starten na het opslaan van de wijzigingen.
24
UltraView IP PTZ 36X‑camera Gebruikershandleiding