2.2 Productoverzicht
De unit wordt aangesloten op de SeaTalk
het SeaTalk
ng
-apparaat en op een 'controller area network'
(CAN-bus) van de motor. J1939- en NMEA 2000-motor
en transmissiegegevens en besturingsberichten worden
geconverteerd en daarna verzonden naar het SeaTalk
Motorgegevenstransmissie en besturing inschakelen.
De ECI–100 kan worden gebruikt als motorinterface en
besturingsinterface tegelijkertijd.
Het product heeft de volgende kenmerken:
Motorinterface
• Wordt direct aangesloten op de CAN-bus van de ondersteunde
motor.
• Ontvangt motor- en transmissiegegevens, waarschuwingen,
fouten en alarmmeldingen van de CAN-bus van de motor en
verstuurt ze via SeaTalk
ng
Besturing
• Wordt direct aangesloten op 'drive-by-wire'-stuursystemen.
• Ontvangt besturingsberichten van een aangesloten EV2
Evolution
TM
-stuurautomaat en zendt op een stuursysteem van
derden.
• Ontvangt feedback from the stuursysteem en verstuurt het
via SeaTalk
ng
.
De ECI–100 zorgt voor elektrische isolatie tussen de CAN-bus
van derden en SeaTalk
ng
.
Ondersteunde motoren/stuursystemen
De unit kan worden gebruikt om direct aan te sluiten op
motor-CAN-bussen van motoren, die de J1939- en/of NMEA
2000-norm gebruiken en drive-by-wire-stuursystemen, die
worden gebruikt door veel fabrikanten van maritieme motoren,
waaronder:
Ondersteunde motoren
• Volvo Penta IPS
• Yamaha Marine Command Link Plus
• Andere binnenboord-, buitenboord- en sterndrive-
aandrijvingen die standaard J1939- of NMEA 2000-protocollen
gebruiken.
Ondersteunde Drive-By-Wire-stuursystemen
• Volvo Penta IPS
• Volvo Penta Aquamatic joystick-bediening
• Yamaha Helm Master
Opmerking: Voor systemen met meer dan 2 stuurmotoren
raadpleegt u de Raymarine-website voor informatie over
compatibiliteit.
Document- en productinformatie
ng
-backbone of
ng
-netwerk;
D12968-1
11